www.favv.be       FAVV - ACTIVITEITENVERSLAG 2016
Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
ZOEKMOTOR
A tot Z
FR NL



  Microbiologisch contaminanten Afdrukbare versie   |   Laatst bijgewerkt op 26.06.2017

Indicator micro-organismen
 
Bemonsteringsmateriaal
Diervoeders
Levensmiddelen
Meststoffen, bodemverbeterende middelen, teeltsubstraten en zuiveringsslib
Water (niet gebruikt als drank)
   
Pathogene micro-organismen
 
Diervoeders
Levensmiddelen
Meststoffen, bodemverbeterende middelen, teeltsubstraten en zuiveringsslib
Water (niet gebruikt als drank)
   
Antibioticaresistentie



Elk jaar voert het FAVV meerdere tienduizenden microbiologische analyses uit op monsters uit de hele voedselketen. Zo worden pathogene micro-organismen opgespoord (Salmonella, Campylobacter, STEC (o.a. E. coli O157, O103, O104:H4, O111, O145 en O26), Listeria monocytogenes, Staphylococcus coagulase positieve, Bacillus cereus, Hepatitis A-virus, Norovirus, Clostridium perfringens, Cronobacter sakazakii, Clostridium botulinum, Vibrio cholereae, Vibrio parahaemolyticus, Yersinia) en indicatororganismen voor de hygiëne (totaal kiemgetal, E. coli, Enterobacteriaceae, gisten en schimmels).

 Microbiologische criteria van toepassing op levensmiddelen van dierlijke oorsprong
Kip besmet met bacteriën, hoe gevaarlijk is dat ?
Rapport Trends and Sources (EN)




Indicator micro-organismen

Indicatororganismen zijn micro-organismen, toxinen of metabolieten. Hun aanwezigheid of concentratie hangt samen met de beheersing van de proceshygiëne. Het kunnen indicatoren zijn van een initiële microbiële contaminatie van rauwe producten, van de beheersing van contaminaties na hittebehandeling, van de hygiëne bij het hanteren van levensmiddelen, van de bewaaromstandigheden... Bijvoorbeeld Enterobacteriaceae of E. coli voor de opvolging van fecale contaminatie en gist en schimmels voor de monitoring van contaminatie via de lucht.

Opgelet, hygiënecriteria voor één schakel in de voedselketen kunnen beschouwd worden als een veiligheidscriterium voor een andere schakel in de keten en omgekeerd. Bijvoorbeeld, binnen dezelfde keten is Salmonella een proceshygiëne-indicator tijdens het slachten en wordt dan een veiligheidscriterium voor gehakt vlees.



    Bemonsteringsmateriaal

    Aantal missies Aantal operatoren
    509 55

      Aantal monsternemingen Gunstige monsternemingen Aantal
    maatregelen
    E. coli 411 98,3% -
    Enterobacteriaceae 192 96,9% 2
    Totaal kiemgetal 192 95,8% 2
    Totaal 795 97,3% 2

    Maatregelen naar aanleiding van non-conformiteiten
      Aantal
    maatregelen
    Andere 2
    Totaal 2

    Non-conformiteiten
      Aantal monsternemingen Non-conforme parameters
    Swabs 7 E. coli
    Swabs 6 Enterobacteriaceae
    Swabs 8 Totaal kiemgetal


    Diervoeders

    Aantal missies Aantal operatoren
    218 77

      Aantal monsternemingen Gunstige monsternemingen Aantal
    maatregelen
    Enterobacteriaceae 261 92,3% 20
    Totaal 261 92,3% 20

    Maatregelen naar aanleiding van non-conformiteiten
      Aantal
    maatregelen
    Inbeslagnemingen 7
    PV 6
    Waarschuwingen 5
    Andere 2
    Totaal 20

    Non-conformiteiten
      Aantal monsternemingen Non-conforme parameters
    Dierlijke eiwitten NHC 2 Enterobacteriaceae
    Hondenkluiven 1 Enterobacteriaceae
    Volledige diervoeders 17 Enterobacteriaceae


    Levensmiddelen

    Aantal missies Aantal operatoren
    5.519 3.436

      Aantal monsternemingen Gunstige monsternemingen Aantal
    maatregelen
    Coliformen 68 92,6% 1
    E. coli 6.533 97,7% 38
    Enterobacteriaceae 1.476 95,7% 10
    Enterococcen 103 99,0% -
    Gisten en schimmels 571 79,9% 7
    Pseudonomas aeruginosa 108 99,1% -
    Sporen van sulfiet reducerende anaeroben 44 100,0% -
    Streptococcen 44 100,0% -
    Totaal kiemgetal 2.940 85,7% 67
    Totaal 7.864 90,9% 117

    Maatregelen naar aanleiding van non-conformiteiten
      Aantal
    maatregelen
    Inbeslagnemingen 1
    Maatregelen ingevolge non-conformiteiten bij een andere operator 58
    Waarschuwingen 24
    Andere 34
    Totaal 117

    Non-conformiteiten
      Aantal monsternemingen Non-conforme parameters
    Bereide melk in flessen 2 Enterobacteriaceae
    Bereidingen op basis van rauwe eieren 2 Totaal kiemgetal
    Bonen 1 Totaal kiemgetal
    Boter 32 E. coli
    Brood 1 Gisten en schimmels
    Dranken op basis van melk 3 Enterobacteriaceae
    Fruitsap 24 Gisten en schimmels
    Gember 2 Totaal kiemgetal
    Groenten, fruit en granen van het vierde gamma 67 Gisten en schimmels
    IJsblokjes 2 Coliformen
    IJsblokjes 1 E. coli
    IJsblokjes 1 Enterococcen
    Kaas 38 E. coli
    Karnemelk 1 Enterobacteriaceae
    Kiemgroenten 6 E. coli
    Koude kant-en-klare maaltijden 1 E. coli
    Koude zakoeski 1 E. coli
    Kruidenmix 1 Totaal kiemgetal
    Melk 8 E. coli
    Melk 9 Enterobacteriaceae
    Melk 22 Totaal kiemgetal
    Munt 1 E. coli
    Opvolgzuigelingenvoeding 2 Enterobacteriaceae
    Patisserie 1 E. coli
    Patisserie 18 Totaal kiemgetal
    Peterselie 1 E. coli
    Quorn 1 Totaal kiemgetal
    Rijst 1 Totaal kiemgetal
    Rijstpap 1 Enterobacteriaceae
    Roomijs 1 E. coli
    Roomijs 11 Enterobacteriaceae
    Roomijs 4 Totaal kiemgetal
    Sauzen 2 Totaal kiemgetal
    Schaaldieren 2 E. coli
    Schaaldieren 62 Totaal kiemgetal
    Schaaldierensalade 1 E. coli
    Schaaldierensalade 5 Gisten en schimmels
    Schaaldierensalade 16 Totaal kiemgetal
    Spinazie 1 E. coli
    Tofu 6 Totaal kiemgetal
    Tweekleppige weekdieren 10 E. coli
    Vissalade 9 Gisten en schimmels
    Vissalade 5 Totaal kiemgetal
    Vissen 2 E. coli
    Vissen 1 Totaal kiemgetal
    Vlees 25 E. coli
    Vlees 220 Totaal kiemgetal
    Vleesbereidingen 6 E. coli
    Vleesbereidingen 31 Totaal kiemgetal
    Vleesproducten 3 E. coli
    Vleesproducten 9 Enterobacteriaceae
    Vleesproducten 9 Gisten en schimmels
    Vleesproducten 23 Totaal kiemgetal
    Vloeibare eiproducten 1 Enterobacteriaceae
    Volledige zuigelingenvoeding 2 Enterobacteriaceae
    Warme kant-en-klare maaltijden 2 E. coli
    Warme kant-en-klare maaltijden 16 Enterobacteriaceae
    Water 3 Coliformen
    Water 4 E. coli
    Water 1 Pseudonomas aeruginosa
    Water 3 Totaal kiemgetal
    Yoghurt 7 Enterobacteriaceae


    Meststoffen, bodemverbeterende middelen, teeltsubstraten en zuiveringsslib

    Aantal missies Aantal operatoren
    45 4

      Aantal monsternemingen Gunstige monsternemingen Aantal
    maatregelen
    Enterobacteriaceae 54 98,1% 2
    Totaal 54 98,1% 2

    Maatregelen naar aanleiding van non-conformiteiten
      Aantal
    maatregelen
    Inbeslagnemingen 1
    Andere 1
    Totaal 2

    Non-conformiteiten
      Aantal monsternemingen Non-conforme parameters
    Dierlijke eiwitten NHC 1 Enterobacteriaceae


    Water (niet gebruikt als drank)

    Aantal missies Aantal operatoren
    80 77

      Aantal monsternemingen Gunstige monsternemingen Aantal
    maatregelen
    Coliformen 37 75,7% 4
    E. coli 81 95,1% 1
    Enterococcen 39 92,3% 2
    Pseudonomas aeruginosa 39 97,4% -
    Totaal kiemgetal 1 100,0% -
    Totaal 83 86,7% 5

    Maatregelen naar aanleiding van non-conformiteiten
      Aantal
    maatregelen
    PV 1
    Waarschuwingen 1
    Andere 3
    Totaal 5

    Non-conformiteiten
      Aantal monsternemingen Non-conforme parameters
    Water gebruikt in bereidingen 9 Coliformen
    Water gebruikt in bereidingen 4 E. coli
    Water gebruikt in bereidingen 3 Enterococcen
    Water gebruikt in bereidingen 1 Pseudonomas aeruginosa




Pathogene micro-organismen

Bij het analyseren van voedingsmiddelen op pathogenen, wordt gefocused op de micro-organismen die ziekte kunnen veroorzaken bij de mens door de consumptie van levensmiddelen die ziekteverwekkers bevatten. Sommige bacteriën produceren toxines waardoor men ziek wordt. Onder de pathogene micro-organismen/toxines vallen bacteriën (vb. Listeria monocytogenes, Salmonella, shigatoxineproducerende E. coli, Yersinia enterocolitica), virussen (vb. Norovirus, Hepatitis A virus) en toxines van bacteriën (vb. toxines van Clostridium perfringens, van Bacillus cereus, van Staphylococcus aureus).

    Diervoeders

    Aantal missies Aantal operatoren
    891 494

      Aantal monsternemingen Gunstige monsternemingen Aantal
    maatregelen
    Salmonella 966 98,6% 18
    Totaal 966 98,6% 18

    Maatregelen naar aanleiding van non-conformiteiten
      Aantal
    maatregelen
    Inbeslagnemingen 6
    Maatregelen ingevolge non-conformiteiten bij een andere operator 1
    PV 6
    Waarschuwingen 4
    Andere 1
    Totaal 18

    Non-conformiteiten
      Aantal monsternemingen Non-conforme parameters
    Dierlijke eiwitten NHC 2 Salmonella
    Hondenkluiven 1 Salmonella
    Oliehoudende zaden, oliehoudende vruchten en daarvan afgeleide producten 1 Salmonella
    Producten van landdieren 4 Salmonella
    Volledige diervoeders 6 Salmonella


    Levensmiddelen

    Aantal missies Aantal operatoren
    10.080 5.243

      Aantal monsternemingen Gunstige monsternemingen Aantal
    maatregelen
    Bacillus cereus 1.564 99,0% 1
    Campylobacter 3.470 93,5% 39
    Clostridium botulinum 116 100,0% -
    Clostridium perfringens 503 99,2% 2
    Cronobacter sakazakii 385 100,0% -
    Hepatitis A Virus 354 100,0% -
    Listeria monocytogenes 9.738 99,1% 28
    Norovirus 510 98,4% -
    Salmonella 9.399 97,3% 52
    Staphylococcus 4.531 98,6% 10
    STEC 3.660 98,6% 8
    Vibrio cholerae 277 98,9% 1
    Vibrio cholerae pathogeen 4 75,0% -
    Vibrio parahaemolyticus 139 87,8% 1
    Vibrio parahaemolyticus pathogeen 19 94,7% -
    Yersinia enterocolitica 327 85,0% -
    Totaal 18.450 95,9% 138

    Maatregelen naar aanleiding van non-conformiteiten
      Aantal
    maatregelen
    Inbeslagnemingen 2
    Maatregelen ingevolge non-conformiteiten bij een andere operator 6
    PV 22
    Waarschuwingen 11
    Andere 97
    Totaal 138

    Non-conformiteiten
      Aantal monsternemingen Non-conforme parameters
    Bereidingen op basis van rauwe eieren 7 Staphylococcus
    Boter 13 Listeria monocytogenes
    Boter 6 Staphylococcus
    Dieetvoedingsmiddelen voor medisch gebruik, speciaal bestemd voor zuigelingen 3 Staphylococcus
    Gember 1 Salmonella
    Gemengde peper 1 Salmonella
    IJsblokjes 1 Clostridium perfringens
    Kaas 1 Campylobacter
    Kaas 4 Listeria monocytogenes
    Kaas 1 Salmonella
    Kaas 14 Staphylococcus
    Kaas 3 STEC
    Koude kant-en-klare maaltijden 7 Bacillus cereus
    Koude kant-en-klare maaltijden 2 Listeria monocytogenes
    Koude kant-en-klare maaltijden 2 Salmonella
    Koude zakoeski 3 Bacillus cereus
    Koude zakoeski 1 Listeria monocytogenes
    Koude zakoeski 2 Staphylococcus
    Kruidenmix 1 Bacillus cereus
    Melk 1 Bacillus cereus
    Melk 2 Listeria monocytogenes
    Melk 2 Staphylococcus
    Melk 2 STEC
    Patisserie 4 Staphylococcus
    Roomijs 8 Staphylococcus
    Schaaldieren 1 Vibrio cholerae
    Schaaldierensalade 1 Listeria monocytogenes
    Schaaldierensalade 4 Staphylococcus
    Sesamzaad 1 Salmonella
    Spinazie 1 Listeria monocytogenes
    Swabs 99 Salmonella
    Swabs 44 STEC
    Swabs 3 Yersinia enterocolitica
    Thee 1 Bacillus cereus
    Tweekleppige weekdieren 1 Campylobacter
    Tweekleppige weekdieren 6 Norovirus
    Tweekleppige weekdieren 3 Salmonella
    Tweekleppige weekdieren 2 Vibrio cholerae
    Tweekleppige weekdieren 1 Vibrio cholerae pathogeen
    Tweekleppige weekdieren 17 Vibrio parahaemolyticus
    Tweekleppige weekdieren 1 Vibrio parahaemolyticus pathogeen
    Vacht 33 Salmonella
    Visfilets 1 Listeria monocytogenes
    Vissalade 4 Listeria monocytogenes
    Vissalade 2 Staphylococcus
    Vissen 1 Bacillus cereus
    Vlees 1 Bacillus cereus
    Vlees 218 Campylobacter
    Vlees 91 Salmonella
    Vlees 2 Staphylococcus
    Vleesbereidingen 2 Campylobacter
    Vleesbereidingen 32 Listeria monocytogenes
    Vleesbereidingen 15 Salmonella
    Vleesbereidingen 1 Staphylococcus
    Vleesbereidingen 2 STEC
    Vleesbereidingen 46 Yersinia enterocolitica
    Vleesproducten 3 Campylobacter
    Vleesproducten 22 Listeria monocytogenes
    Vleesproducten 5 Salmonella
    Vleesproducten 8 Staphylococcus
    Vloeibare eiproducten 1 Salmonella
    Warme kant-en-klare maaltijden 1 Bacillus cereus
    Warme kant-en-klare maaltijden 2 Clostridium perfringens
    Water 1 Clostridium perfringens
    Water 2 Norovirus


    Meststoffen, bodemverbeterende middelen, teeltsubstraten en zuiveringsslib

    Aantal missies Aantal operatoren
    45 4

      Aantal monsternemingen Gunstige monsternemingen Aantal
    maatregelen
    Salmonella 54 92,6% 2
    Totaal 54 92,6% 2

    Maatregelen naar aanleiding van non-conformiteiten
      Aantal
    maatregelen
    Andere 2
    Totaal 2

    Non-conformiteiten
      Aantal monsternemingen Non-conforme parameters
    Dierlijke eiwitten NHC 4 Salmonella


    Water (niet gebruikt als drank)

    Aantal missies Aantal operatoren
    52 51

      Aantal monsternemingen Gunstige monsternemingen Aantal
    maatregelen
    Clostridium perfringens 52 98,1% -
    Totaal 52 98,1% -

    Non-conformiteiten
      Aantal monsternemingen Non-conforme parameters
    Water gebruikt in bereidingen 1 Clostridium perfringens



Antibioticaresistentie

De Belgische overheden en onderzoeksinstellingen in het algemeen en het Wetenschappelijk comité van het FAVV in het bijzonder besteden heel wat aandacht aan antimicrobiële resistentie. Niet alleen wordt de situatie opgevolgd door monitoring (analyses van vlees en van levende dieren), maar er worden ook concrete maatregelen genomen en voorbereid om tot een rationeel gebruik van antibiotica in de dierlijke sector te komen zodat de resistentie teruggedrongen kan worden en zo vermeden wordt dat ze een gevaar vormt voor de volksgezondheid.
Samen met de verschillende betrokkenen uit de sector levert het FAVV een financiële bijdrage en werkt het samen met het AMCRA (Antimicrobial Consumption and Resistance in Animal). Dit expertisecentrum sensibiliseert veehouders en dierenartsen, maakt een inventaris op van de situatie en stelt gidsen op om tot een verantwoord gebruik van antibiotica te komen. Deze initiatieven hebben een daling van bijna 16% in de verkoop van antibiotica tussen 2011 en 2015 teweeg gebracht. Alle betrokken partijen zijn voorstander om het proces te versnellen.


2016 – Sleuteljaar van autoregulatie naar coregulatie



In 2016 werd het Convenant tussen de Federale Overheid (vertegenwoordigd door de federale ministers van volksgezondheid, Maggie De Block, en van landbouw, Willy Borsus, in het kader van de “One Health approach”) en de betrokken sectorpartners betreffende de vermindering van het gebruik van antibiotica in de dierlijke sector ondertekend. Het convenant formaliseert het akkoord van de betrokken partijen over de door AMCRA voorgestelde reductiedoelstellingen voor het gebruik van antibiotica op te volgen en om de implementatie van autoregulerende maatregelen te stimuleren. Het gaat hier om een reductie van 50% in het gebruik van antibiotica in het algemeen tussen 2011 en 2020, een reductie van 75% in het gebruik van kritisch belangrijke antibiotica tussen 2011 en 2020 en een reductie van 50% in het gebruik van met antibiotica gemedicineerde voeders tussen 2011 en 2017. Een beheerscomité, samengesteld uit de vertegenwoordigers van alle betrokken partijen, volgt de implementatie van de door de sectoren en overheid voorgestelde maatregelen op. Het koninklijk besluit dat de omkadering van het gebruik in de diergeneeskunde van de voor de dieren- en volksgezondheid kritisch belangrijke antibiotica vastlegt werd midden 2016 gepubliceerd. De verplichte centrale registratie van het gebruik van antimicrobiële middelen wordt een feit begin 2017.



Sinds 2011 wordt door het FAVV de antimicrobiële resistentie van pathogenen en indicatorkiemen bij kalveren, jonge runderen, varkens, pluimvee en dierlijke producten opgevolgd. Sedert 2014 is de op Europees niveau geharmoniseerde monitoring volledig geïntegreerd in de nationale monitoring. De antimicrobiële resistentie van o.a. E. coli, Salmonella en Campylobacter wordt opgevolgd evenals het voorkomen van ESBL-, AmpC- en carbapenemase-producerende E. coli’s. Het CODA publiceert jaarlijks op zijn website de resultaten van de monitoring bij dieren, de Europese resultaten worden jaarlijks gepubliceerd door de EFSA.


AMCRA

Het Kenniscentrum AMCRA (Antimicrobial Consumption and Resistance in Animals), een initiatief van alle betrokken actoren uit de sector en mede ondersteund en gefinancierd door het FAVV en het FAGG (Federaal Agentschap voor Geneesmiddelen en Gezondheidsproducten), is werkzaam sedert 2012.
Jaarlijks worden strategische doelstellingen vastgelegd ter bevordering van de informatie, sensibilisatie en communicatie in het kader van de antimicrobiële resistentie bij productie- en gezelschapsdieren. Hun uitgebrachte adviezen, formularia, gezondheidsgidsen en dergelijke worden gepubliceerd op hun website (www.amcra.be). Verder verzorgt AMCRA sensibilisatiecampagnes, roadshows voor dierenartsen en veehouders en vaardigt ze sprekers af op nationale en internationale congressen.
In 2016 ondersteunde AMCRA onder andere de overheid en de sectoren bij de uitbouw van Sanitel-Med, het centrale datacollectiesysteem voor het gebruik van antibioticum en het tot stand brengen van het Convenant tussen de Federale Overheid en alle betrokken sectorpartners betreffende de vermindering van het gebruik van antibiotica in de dierlijke sector. Ook in 2017 gaat de samenwerking verder.


Monitoring van antimicrobiële resistentie bij zoönotische bacteriën

Campylobacter

De antimicrobiële resistentie van Campylobacter jejuni werd geëvalueerd op 370 stammen afkomstig van karkassen en vlees van pluimvee. De resistentie tegen fluoroquinolonen en tetracycline bleef geleidelijk stijgen in 2016.
  • 35% van de isolaten zijn gevoelig voor alle geteste antibiotica, een lichte stijging ten opzichte van 2015;
  • 2,7% van de isolaten zijn resistent aan 3 geteste antibiotica of meer wat opnieuw een lichte stijging van de multiresistentie betekent (+0,7% in vergelijking met 2015, +2,2% in vergelijking met 2014).


Salmonella

Bij levende dieren worden jaarlijks de Salmonella-isolaten genomen in het kader van het nationale Salmonella bestrijdingsprogramma bij leghennen en braadkippen onderzocht op hun antimicrobiële resistentie profiel. Deze analyses kaderen in de Europese geharmoniseerde monitoring.

    Leghennen
    Bij leghennen werden 39 isolaten geanalyseerd waaronder 17 S. Enteritidisisolaten, 5 S. Livingstoneisolaten, 4 S. Idikanisolaten, 4 S. Mbandakaisolaten, 4 S. infantisisolaten, 2 S. Tennessee-isolaten, 1 S. Senftenbergisolaat, 1S. O9:-:-isolaat en 1 S. Kedougouisolaat. In tegenstelling tot 2015 waren alle isolaten gevoelig voor alle onderzochte antibiotica.

    Braadkippen
    Bij braadkippen werden 123 isolaten geanalyseerd: 74% van de isolaten waren resistent tegen minstens een van de onderzochte antibiotica, 33% van de isolaten waren multiresistent (> 3 antibiotica). Dit betekent een sterke stijging in vergelijking met 2015. Het aantal S. Infantisisolaten is verder gestegen in vergelijking met 2014 (11) en 2015 (30). In vergelijking met 2015 is het percentage multiresistente isolaten terug gestegen van 30% naar 50%. Bij S. Typhimurium wordt opnieuw een groter percentage resistente isolaten gezien maar het percentage multiresistente isolaten is gestabiliseerd in vergelijking met 2015 (87% resistente isolaten en 50% multiresistente isolaten).

    Resultaten van de meest voorkomende serotypes genomen bij braadkippenbedrijven
      Aantal
    isolaten
    Resistent tegen minstens
    1 antimicrobieel middel
    Multiresistent (>3
    antimicrobiële middelen)
    Multiresistent (> 2
    antimicrobiële middelen)
    S. Infantis 52 94% 30% 50%
    S. Typhimurium 28 93% 39% 54%
    S. Gaminara 14 14% 0% 0%
    S. Livingstone 5 0% 0% 0%
    S. Paratyphi B var. Java 4 100% 25% 25%
    S. Mbandaka 3 100% 0% 33%
    S. Derby 3 100% 0% 0%


    Levensmiddelen
    De antimicrobiële resistentie werd bepaald op 227 Salmonella stammen die geïsoleerd werden uit voeding in het kader van het controleprogramma van het FAVV. Voor het tweede jaar op rij werd de MIC bepaling uitgevoerd op alle aangetroffen serotypes. 39,7% van de stammen vertoonden geen resistentie, 13,7 % waren resistent tegen 1 antibioticum, terwijl 34,4% multi-resistent waren (resistent tegen 3 of meer antibiotica). De meest voorkomende resistenties betreffen sulfamethoxazol (39,2%), ampicilline (33,5%) en tetracycline (29,9%).

    In het kader van een geharmoniseerde monitoring in de EU werd de antimicrobiële resistentie bepaald op 176 Salmonella stammen geïsoleerd uit karaksmonsters genomen ter verificatie van het proceshygiënecriterium voor Salmonella. De monsters werden bekomen via het controleprogramma van het FAVV (85) en via de autocontrole door operatoren (91). De Europese geharmoniseerde monitoring betrof in 2016 karkassen van braadkippen, net zoals in 2014. 29% van de stammen vertoonden geen resistentie, 7,9% waren resistent tegen 1 antibioticum, terwijl 42,6% multi-resistent waren (resistent tegen 3 of meer antibiotica). De meest vookomende resistenties betreffen sulfamethoxazol (56,8%), ciprofloxacin (56,8%) en nalidixine zuur (54,5%). Vergeleken met 2014 ziet men een afname van de resistentie voor alle onderzochte antimicrobiële middelen, behalve voor sulfamethoxazol en nalidixine zuur.



MRSA (methicilline resistente Staphylococcus aureus)

Sedert 2011 wordt jaarlijks een monitoring uitgevoerd naar de prevalentie en antimicrobiële resistentie van MRSA. Het betreft een cyclus van drie jaar dat zich telkens herhaald waarin in het eerste jaar de monitoring bij pluimvee uitgevoerd wordt, het volgende jaar bij rundvee en het derde jaar bij varkens. Zo werden in 2014 pluimvee, in 2015 runderen en in 2016 varkens bemonsterd. Er werd een daling waargenomen van het aantal MRSA-positieve stalen genomen op varkensbedrijven van 64% in 2013 naar 53% in 2016. 80% van de MRSA-stammen behoorden tot de CC398 groep (diergerelateerde MRSA). Alle stammen waren resistent tegen 3 tot 14 van de 19 onderzochte antimicrobiële middelen. Er waren telkens 2 stammen resistent tegen mupirocine en linezolid, 2 ‘last resort’-antibiotica in de humane geneeskunde.


Monitoring van antimicrobiële resistentie bij indicatorkiemen

Er wordt jaarlijks een monitoring uitgevoerd van de antimicrobiële resistentie van E. coli bij jonge vleesrunderen op het bedrijf. Bij pluimvee, vleeskalveren en varkens wordt een gelijkaardige monitoring uitgevoerd op het niveau van het slachthuis. De monitoring bij pluimvee, vleeskalveren en varkens maakt deel uit van de op Europees niveau geharmoniseerde monitoring. De monitoring bij jonge vleesrunderen is een nationaal initiatief.

  Aantal
isolaten
Resistent tegen minstens
1 antimicrobieel middel
Multiresistent (>3
antimicrobiële middelen)
Multiresistent (> 2
antimicrobiële middelen)
E. coli – pluimvee 167 91,6% 58,7% 68,9%
E. coli – varkens 174 71,3% 31,6% 45,4%
E. coli – jonge runderen 176 35,8% 10,8% 15,9%
E. coli – kalveren 174 79,9% 46,0% 58,0%

Bij pluimvee treedt opnieuw een lichte stijging op in het percentage resistente stammen ten opzichte van 2015 (88,1%). De meest voorkomende resistentie is tegen ampicilline (84%), sulfamethoxazole (69%) en ciprofloxacine (57%). Daar waar de resistentie tegen ampicilline en sulfamethoxazole gestegen is in vergelijking met 2015 (76% en 69%) is de resistentie tegen ciprofloxacine gedaald (63,8%). Bij varkens wordt in tegenstelling met voorgaande jaren, een stijging gezien, zowel voor het percentage resistente als het percentage multiresistente stammen. De meest voorkomende resistentie bij varkens is de resistentie tegen sulfamethoxazole (50%), gevolgd door tetracycline en ampicilline (beide 47%) en trimethoprim (45%). In vergelijking met 2015 (43%, 40%, 35% en 38%) wordt voor allen een stijging gezien. Bij jonge runderen en bij vleeskalveren blijft de situatie stabiel.


ESBL producerende Escherichia coli

Resistentie tegen betalactamantibiotica komt frequent voor bij E. coli. Deze resistentie kan fenotypisch onderverdeeld worden in verschillende groepen, nl. ESBL- (extended spectrum beta-lacatamase), AmpC- en carbapenemaseproducerende E. coli’s. Een monitoring om de verdeling van de verschillende groepen in kaart te brengen werd voor het tweede opeenvolgende jaar uitgevoerd bij varkens en vleeskalveren en voor de eerste maal bij pluimvee.

  Aantal isolaten ESBL AmpC ESBL + AmpC
Pluimvee 171 84,8% 10,5% 4,7%
Varkens 172 90,1% 9,3% 0,6%
Kalveren 173 89,6% 7,5% 2,9%

Bij varkens werd een lichte verschuivingen gezien waarbij procentueel het type AmpC iets meer voorkwam dan in 2015 (5,8%) en het ESLB-type iets minder (93,7%). Bij vleeskalveren werd eveneens een lichte verschuivingen gezien ten opzichte van 2015 ten voordele van het AmpC-type (3,8%) ten opzichte van het gemengde type ESBL/AmpC (5,4%).

Vanaf 2011 tot 2015 werden op monsters van pluimveevlees (karkassen en versneden vlees met vel) kwantitatieve analyses (tellingen) uitgevoerd op ESBL producerende E. coli. In 2016 werd overgeschakeld op een detectietechniek. In 2016 werden 279 monsters geanalyseerd. In 69.5% van de monsters werd ESBL gedetecteerd. Net zoals in 2015 is de meest voorkomende resistentie die tegen cefotaxime, ampicilline, ceftazidime en sulfamethoxazole.

In het kader van de geharmoniseerde monitoring in de EU, werden 300 monsters varkensvlees en 300 monsters rundsvlees onderzocht op aanwezigheid van ESBL producerende E. coli. Respectievelijk 14% (15.5% in 2015) en 6.3% (9.5% in 2015) van de stalen waren positief. Net zoals in 2015 is de meest voorkomende resistentie in beide matrices die tegen ampicilline, cefotaxime, ceftazidime en sulfamethoxazole.

In het kader van het controleprogramma van het FAVV werden 121 monsters van vissen afkomstig van aquacultuur en schaaldieren geanalyseerd op aanwezigheid van ESBL: 2.5% was positief (3% in 2015).
 
   
Onze opdracht is te waken over de veiligheid in de voedselketen en de kwaliteit van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant.

ONZE SITES : - FAVV Professionelen
- FAVV Consumenten
- De smiley
- Wetenschappelijk Comité
- Foodweb
- FAVV Enquêtes
CONTACT :
- De woordvoerders
- Lokale controle-eenheden (LCE)
- Interne en externe laboratoria
- Het meldpunt voor de consument
- De ombudsdienst voor de operatoren