|
|
Ten dienste van |
Ten dienste van |
Internationale |
Inspecties | gezondheid, CVTI |
Monsternemingen en analyses |
Controles bij invoer |
Fraude- bestrijding |
Barometers |
Planten en producten van plantaardige oorsprong Afdrukbare versie | Laatst bijgewerkt op
18.04.2018
Fytosanitaire controles In 2017 werden 17.831 zendingen van planten en producten van plantaardige oorsprong die bij invoer een fytosanitaire controle moeten ondergaan via een Belgische fytosanitaire grenscontrolepost in de EU ingevoerd, wat een stijging is van 13,1% tegenover 2016. In de grenscontroleposten van Zaventem, Antwerpen en Bierset werden respectievelijk 906 (+18%), 844 (+13,7%) en 319 (+7,6%) zendingen meer aangeboden tegenover 2016. Het aantal zendingen in de grenscontrolepost van Gent bleef gelijk (162 zendingen). In de grenscontroleposten van Oostende en Zeebrugge nam het aantal zendingen verder af tot 219 (-44,6%). De haven van Antwerpen blijft de belangrijkste invoerplaats (39,2% van de zendingen), gevolgd door de luchthavens van Zaventem (33,4%) en Bierset (25,2%). In de erkende inspectieplaatsen in het binnenland werden bijkomend 1025 zendingen aangeboden die voor de fytosanitaire controle verlegd werden vanuit een fytosanitaire grenscontrolepost in België of in een andere lidstaat (voornamelijk Nederland). Vanuit Belgische fytosanitaire grenscontroleposten werden 5.202 zendingen (29%) na documentencontrole verlegd naar erkende inspectieplaatsen in andere lidstaten, voornamelijk Nederland, wat een daling is van 5% tegenover 2016. De aard van de zendingen, de hoeveelheid producten en het aantal geweigerde zendingen die in de Belgische grenscontroleposten en erkende inspectieplaatsen gecontroleerd werden, wordt in onderstaande tabel weergegeven. Aard van de zendingen die in België een fytosanitaire controle ondergingen
Via de havens van Antwerpen en Zeebrugge werden bijkomend 4.855 zendingen van specifieke goederen (bepaalde steen- en staalproducten) uit China aangeboden, omdat het houten verpakkingsmateriaal dat in deze zendingen aanwezig is, gecontroleerd moet worden op de aanwezigheid van loofhoutboktorren in kader van het uitvoeringsbesluit 2013/92. Zoals voorgeschreven werd 15% van deze zendingen gecontroleerd. Voor 8 zendingen werd het houten verpakkingsmateriaal geweigerd. Op vraag van de Europese Commissie werden ook 392 bijkomende fytosanitaire controles uitgevoerd op producten die niet gereglementeerd zijn door de fytosanitaire wetgeving. De focus werd gelegd op producten die vermeld worden op de “non EU Trade Alert list” die de Europese Commissie zelf opstelt op basis van de onderscheppingen die door alle lidstaten gerapporteerd worden via EUROPHYT. Het doel van deze controles op niet-gereglementeerde producten is de invoer van nieuwe fytosanitaire risico’s sneller te detecteren. 246 zendingen van groenten en fruit, 49 zendingen van hout en 97 zending snijbloemen werden gecontroleerd. 19 zendingen werden geweigerd waarvan 17 voor groenten en fruit en 2 voor hout. Er werden 235 onderscheppingen opgesteld voor het vaststellen van inbreuken op de fytosanitaire wetgeving bij de invoer van zendingen uit derde landen. De reden van onderschepping en de genomen maatregelen worden in de tabel weergegeven. Reden van onderschepping en genomen maatregelen
39,1% (93 vaststellingen) van de inbreuken had betrekking op de vaststelling van schadelijke organismen wat een relatief lichte stijging is tegenover 2016 aangezien het totaal aantal vastgestelde inbreuken gedaald is met 10,5%. 85 vaststellingen van schadelijke organismen (91,4%) hadden betrekking op quarantaineorganismen. Niet-Europese Tephritidae of fruitvliegjes werden het meest aangetroffen (47 zendingen) en dit op volgende producten: mango (35), zuurzak (4), pepers (5), bitterkomkommer, passievrucht en jujubebes. De tabakswittevlieg (23) werd vooral aangetroffen op bladeren van maniok (2), rode zuring (4), zoete aardappel (2), nachtschadigen (4), kaasjeskruid en schroefpalm alsook op basilicum (5), spinazie (2), salie en munt. Enkel maniokbladeren en basilicum zijn producten die gereglementeerd zijn in de fytosanitaire wetgeving. Hieruit blijkt het belang van controles op niet-gereglementeerde producten als insleeproute van quarantaineorganismen. Bladmineerders (13) werden aangetroffen op snijbloemen van gipskruid (12) en guldenroede (1) uit Israël. Op anjers uit Kenia werden larven aangetroffen van Helicoverpa armigera, een zeer polyfaag insect. Op Argentijnse sinaasappelen werd de citruszwartvlekkenziekte aangetroffen. De Afrikaanse fruitmot is het enige niet-gereglementeerde schadelijk organisme dat werd aangetroffen op pepers (6) en zuurzak (2). Sinds 1/1/2018 wordt dit organisme wel opgenomen in de lijst van gereglementeerde organismen. Alle zendingen waarop schadelijke organismen werden aangetroffen, werden vernietigd met uitzondering van de zending Argentijnse sinaasappelen die wederuitgevoerd werden naar de Russische Federatie gezien de citruszwartvlekkenziekte daar niet gereglementeerd is. 76,3% van de zendingen waarop schadelijke organismen werden aangetroffen, waren afkomstig van het Afrikaanse continent waarbij Togo, Kameroen, Oeganda en Ivoorkust de koplopers zijn. De overige onderschepte zendingen waren afkomstig uit Israël (16,1%), de Aziatische landen Vietnam, Thailand, Sri Lanka en Pakistan (5,4%) en uit Midden-& Zuid-Amerika (2,2%) (Argentinië, Puerto Rico).
De meeste inbreuken (42,0%) werden vastgesteld tijdens de documentencontrole. Het ontbreken van aanvullende verklaringen of de vermelding van onjuiste of onvolledige aanvullende verklaringen (11,8%), onvolledige (10,9%) of onjuiste (6,3%) informatie (bv. ontbreken van de plantnaam, onjuiste hoeveelheden) en het ontbreken van een fytosanitair certificaat (7,1%) waren de meest voorkomende documentaire inbreuken. 46 van de 100 zendingen die om documentaire redenen geblokkeerd werden, werden uiteindelijk vrijgegeven na het bekomen van een vervangend fytosanitaire certificaat. De overige zendingen werden vernietigd. 15,5% van de inbreuken hadden betrekking op houten verpakkingsmateriaal (37 zendingen) dat niet gemarkeerd was overeenkomstig ISPM 15. Van het niet-conforme houten verpakkingsmateriaal werd 35% vastgesteld bij producten onder veterinaire controle (13 zendingen). Het niet-conforme materiaal werd verwijderd en overeenkomstig ISPM 15 behandeld (67,6%) dan wel vernietigd door verbranding. In 2 zendingen werden producten aangetroffen waarvoor een invoerverbod geldt: 5 kg grond uit Benin werd aangetroffen in een postpakket en 3 planten van Brunfelisa pauciflora uit Costa Rica in een zending bestemd voor Nederland. Die producten werden vernietigd. |
|