|
|
Ten dienste van |
Ten dienste van |
Internationale |
Inspecties | gezondheid, CVTI |
Monsternemingen en analyses |
Controles bij invoer |
Fraude- bestrijding |
Planten en producten van plantaardige oorsprong Afdrukbare versie | Laatst bijgewerkt op
16.05.2019 Fytosanitaire controles In 2018 werden 18.237 zendingen van planten en producten van plantaardige oorsprong die bij invoer een fytosanitaire controle moeten ondergaan via een Belgische fytosanitaire grenscontrolepost in de EU ingevoerd, wat een lichte stijging is van 2,3% tegenover 2017. In de grenscontroleposten van Antwerpen en Bierset werden respectievelijk 906 (+13,0%) en 201 (+4,5%) zendingen meer aangeboden tegenover 2017. Het aantal zendingen in de grenscontrolepost van Gent bleef nagenoeg gelijk (171 zendingen). In de grenscontroleposten van Oostende en Zeebrugge nam het aantal zendingen verder af tot 197 zendingen (-10,0%). In de grenscontrolepost van Zaventem daalde het aantal zendingen met 11,5% tegenover 2017 tot 5.272 zendingen. De haven van Antwerpen blijft de belangrijkste invoerplaats (43,3% van de zendingen), gevolgd door de luchthavens van Zaventem (28,9%) en Bierset (25,8%). In de erkende inspectieplaatsen in het binnenland werden bijkomend 1.288 zendingen aangeboden die voor de fytosanitaire controle verlegd werden vanuit een fytosanitaire grenscontrolepost in België of in een andere lidstaat (voornamelijk Nederland). Vanuit Belgische fytosanitaire grenscontroleposten werden 5.954 zendingen (32%) na documentencontrole verlegd naar erkende inspectieplaatsen in andere lidstaten, voornamelijk Nederland, wat een stijging is van 14,5% tegenover 2017. De aard van de zendingen, de hoeveelheid producten en het aantal geweigerde zendingen die in de Belgische grenscontroleposten en erkende inspectieplaatsen gecontroleerd werden, worden in onderstaande tabel weergegeven. Aard van de zendingen die in België een fytosanitaire controle ondergingen
Via de havens van Antwerpen en Zeebrugge werden bijkomend 3.750 zendingen van specifieke goederen (bepaalde steen- en staalproducten) uit China aangeboden, omdat het houten verpakkingsmateriaal dat in deze zendingen aanwezig is, gecontroleerd moet worden op de aanwezigheid van loofhoutboktorren in kader van het uitvoeringsbesluit 2013/92. Zoals voorgeschreven werd 15% van deze zendingen gecontroleerd. Voor 12 zendingen werd het houten verpakkingsmateriaal geweigerd. Dit uitvoeringsbesluit werd met ingang van 1/10/2018 vervangen door het uitvoeringsbesluit 2018/1137 waarbij de geviseerde specifieke goederen werden uitgebreid van 8 naar 52 goederencodes alsook naar Wit-Rusland als land van oorsprong naast China. Minstens 1% van de zendingen moet gecontroleerd worden. De selectie van de te controleren zendingen wordt in samenwerking met de douane gedaan gezien bij de douane alle goederen ter invoer moeten aangegeven worden. Op vraag van de Europese Commissie werden ook 198 bijkomende fytosanitaire controles uitgevoerd op producten die niet gereglementeerd zijn door de fytosanitaire wetgeving. De focus werd gelegd op producten die vermeld worden op de “non EU Trade Alert list” die de Europese Commissie zelf opstelt op basis van de onderscheppingen die door alle lidstaten gerapporteerd worden via EUROPHYT-Interceptions. Het doel van deze controles op niet-gereglementeerde producten is de invoer van nieuwe fytosanitaire risico’s sneller te detecteren. 160 zendingen van groenten en fruit, 13 zendingen van hout, 20 zendingen snijbloemen en 5 zendingen van andere producten van planaardige oorsprong werden gecontroleerd. 12 zendingen werden geweigerd waarvan 11 voor groenten en fruit en 1 voor tropisch hout. Er werden 367 onderscheppingen opgesteld voor het vaststellen van inbreuken op de fytosanitaire wetgeving bij de invoer van zendingen uit derde landen. De reden van onderschepping en de genomen maatregelen worden in onderstaande tabel weergegeven. Reden van onderschepping en genomen maatregelen
31,1% (114 vaststellingen) van de inbreuken had betrekking op de vaststelling van schadelijke organismen wat in relatieve cijfers een daling is tegenover 2017 maar in absolute cijfers een hoger aantal vaststellingen betreft tegenover 2017 gezien het totaal aantal vastgestelde inbreuken met factor 1,5 gestegen is (367 inbreuken in 2018 tegenover 235 in 2017). 75 vaststellingen van schadelijke organismen (65,8%) hadden betrekking op quarantaineorganismen. Niet-Europese Tephritidae of fruitvliegjes werden het meest aangetroffen (41 zendingen) en dit op volgende producten: mango (29), zuurzak (6), pepers (4), bitterkomkommer en aubergine. De Afrikaanse fruitmot (13) werd aangetroffen op pepers (7), zuurzak (3), aubergine (1) en in 2 zendingen rozen. Op pepers (2) en anjers (1) werd de katoendaguil vastgesteld. De tabakswittevlieg (12) werd aangetroffen op bladgroenten van rode zuring (7), spinazie (3), zoete aardappel (1) en basilicum (1), alle afkomstig uit Togo. Enkel basilicum is een gereglementeerd product in de fytosanitaire wetgeving. Hieruit blijkt het belang van controles op niet-gereglementeerde producten als insleeproute van quarantaineorganismen. In 6 zendingen van snijbloemen van gipskruid (4) en guldenroede (2), beide uit Israël en Ethiopië, werden bladmineerders gevonden. 85% van de vaststellingen (33 zendingen) van niet-gereglementeerde organismen hadden betrekking op de auberginevruchtboorder op diverse auberginesoorten uit diverse Afrikaanse landen. Alle zendingen waarop schadelijke organismen werden aangetroffen, werden vernietigd met uitzondering van de zending tropisch hout waarvoor een behandeling werd toegestaan. 89,5% van de zendingen waarop schadelijke organismen werden aangetroffen, waren afkomstig van het Afrikaanse continent waarbij Oeganda, Kameroen, Togo, Ivoorkust en Burkina Faso de koplopers zijn. De overige onderschepte zendingen waren afkomstig uit Israël (3,5%), de Aziatische landen China & Vietnam (4,4%) en uit -Amerika (2,6%) (Verenigde Staten, Bolivia, Dominicaanse republiek).
De meeste inbreuken (49,6%) werden vastgesteld tijdens de documentencontrole. Het ontbreken van aanvullende verklaringen of de vermelding van onjuiste of onvolledige aanvullende verklaringen (19,9%), onvolledige of onjuiste (16,6%) informatie (bv. ontbreken van de plantnaam, onjuiste hoeveelheden) en het ontbreken van een fytosanitair certificaat (12,5%) waren de meest voorkomende documentaire inbreuken. 11,4% van de inbreuken hadden betrekking op houten verpakkingsmateriaal (42 zendingen) dat niet gemarkeerd was overeenkomstig ISPM 15 (39 zendingen) of dat onvoldoende ontschorst was (3 zendingen). Van het niet-conforme houten verpakkingsmateriaal werd 16,7% vastgesteld bij producten onder veterinaire controle (7 zendingen). Het niet-conforme materiaal werd verwijderd en vernietigd door verbranding. In 4 zendingen werden producten aangetroffen waarvoor een invoerverbod geldt: rozenplanten voor opplant met blad en bloem, currybladeren die niet mogen ingevoerd worden omdat er geen ziektevrije gebieden zijn voor Candidatus Liberibacter (veroorzaker van citrus greening disease) en het aantreffen van producten in de zending die niet vermeld werden op het fytosanitair certificaat noch aangeboden werden voor controle. Die producten werden vernietigd. Tot slot werd voor 6 zendingen van naaldhout vastgesteld dat zij niet op de eerste plaats van binnenkomst (Zweden, Denemarken) in de Europese Unie geïnspecteerd werden. Na fytosanitaire controle werden deze zendingen vrijgegeven. |
|