www.favv.be       FAVV - ACTIVITEITENVERSLAG 2018
Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
A tot Z
FR NL



Externe audits Afdrukbare versie   |   Laatst bijgewerkt op 19.06.2019

Audits door nationale instanties

In 2018 hebben nationale instanties verschillende audits of evaluaties uitgevoerd bij het FAVV:

  • De beoordeling van de interne controle door het ACFO (Auditcomité van de Federale Overheid) op basis van de jaarverslagen over interne controle en de interne audit van het FAVV.

  • De audit betreffende de status van het GDPR-implementatietraject die de FIA (Federale Interne Auditdienst) heeft uitgevoerd in april 2018. Deze status werd beoordeeld als “gevorderd” voor het FAVV dat in de lijst van de 19 geauditeerde entiteiten werd gerangschikt op de 4de plaats. Er is een opvolgingsaudit voorzien voor 2019.

  • Op vraag van de Voogdijminister heeft de FIA in samenwerking met twee externe consultants twee audits uitgevoerd in het kader van het Veviba-dossier Deze audits, die werden uitgevoerd van juni tot september 2018, hebben toegelaten om mogelijkheden voor verbetering van onze praktijken in kaart te brengen, maar hebben ook bevestigd dat het FAVV zijn missie uitvoert zoals het moet. Er werd een Stuurcomité bestaande uit vertegenwoordigers van de verschillende stakeholders opgericht om de implementatie van de nodige corrigerende en preventieve maatregelen op te volgen en daar verslag van uit te brengen aan de Ministerraad.

  • De audit door het Rekenhof van de jaarrekeningen van 2015 en 2016 waarvan de resultaten werden gepubliceerd in februari 2018. Deze audit bestaat uit de controle van de financiële gegevens van het FAVV en gaat na of de boekhoudkundige en budgettaire procedures correct worden gevolgd. Over het algemeen heeft het Rekenhof het professionalisme benadrukt waarmee het FAVV zijn budget en zijn boekhouding beheert. Het Agentschap heeft als pilootorganisatie intensief gewerkt aan de implementatie van de nieuwe boekhoudwet die van toepassing is sinds 01/01/2018. Zoals altijd het geval is bij audits, werden ook hier verbeterpunten in kaart gebracht. Er moet samen met de administraties, het Rekenhof, de FOD BOSA of het kabinet van de Minister worden gezocht naar de beste oplossingen om de interne controle verder te verbeteren.

  • Bedrijfsrevisoren kijken jaarlijks de boekhouding na overeenkomstig de wettelijke bepalingen en de normen van het Instituut der Bedrijfsrevisoren.

  • De externe toezichtsaudits betreffende de ISO 9001-accreditatie en de verlenging van de ISO 17020-accreditatie werden allemaal uitgevoerd overeenkomstig de normatieve eisen en hebben aanleiding gegeven tot het behoud van de externe certificaten en hebben enkele non-conformiteiten aan het licht gebracht die momenteel worden behandeld.  De ISO 17025- en de ISO 17043-toezichtsaudits werden grotendeels uitgevoerd in 2018, maar het laatste deel van deze audit met betrekking tot het systeem werd op vraag van de accreditatie-instelling BELAC uitgesteld tot begin 2019. De resultaten zijn ook positief voor de DG Laboratoria.




Audits van de Europese Commissie

De Europese Commissie heeft in 2018 via haar directie Health and Food Audits and Analysis van DG Gezondheid, 5 missies uitgevoerd bij de Belgische instanties. Drie missies waren daadwerkelijke audits, terwijl de andere twee waarnemingsmissies waren.

De eerste audit vond plaats in de loop van januari met medewerking van o.a. de FOD Economie en had tot doel de ingestelde controles m.b.t. informatie aan de consument over levensmiddelen en voedings- en gezondheidsclaims betreffende levensmiddelen te beoordelen.

In zijn verslag heeft het auditteam besloten dat de controles op de volksgezondheid en de voedselveiligheid, met inbegrip van claims, voldeden aan de basisvoorschriften van de hygiëneregels van de Unie en gesteund waren op gesofisticeerde informaticasystemen. Het team heeft evenwel een aantal zwakke punten aan het licht gebracht, namelijk voor wat de informatie betreft over levensmiddelen en controles op fraude gevoerd door de diensten van de economische inspectie.

Dit besluit heeft aanleiding gegeven tot twee aanbevelingen die aan de Belgische overheid gericht zijn. Deze laatste heeft hierop geantwoord door een actieplan op te stellen dat door de Commissie gevalideerd is en in uitvoering is.

In de loop van september werden in een tweede audit, waarbij meer bepaald de gewestelijke overheden werden betrokken, de maatregelen geëvalueerd die de bevoegde overheden instelden om na te gaan en zich ervan te vergewissen dat de voorschriften die van toepassing zijn op de hygiëne, traceerbaarheid, handelsverkeer in verwerkte dierlijke eiwitten (VDE) wel degelijk doorgevoerd werden door de operatoren van de betrokken sector.

De inspecteurs hebben besloten dat het officiële controlesysteem onderbouwd was aan de hand van een exhaustieve lijst met inrichtingen, via een goed beheerde samenwerking en communicatie binnen en tussen verschillende federale en gewestelijke autoriteiten, en op enkele uitzonderingen na, door middel van volledige instructies en richtsnoeren bestemd voor de inspecteurs. Deze elementen, samen met een toereikend niveau van officiële controles ter plaatse, vormen hierdoor een solide basis om te garanderen dat de operatoren en producten voldoen aan de Europese voorschriften ter zake.

De Commissie heeft eveneens enkele tekortkomingen aangestipt betreffende de traceerbaarheid bij de invoer en het handelsverkeer binnen de Unie van VDE en organische meststoffen/bodemverbeteraars en met betrekking tot de naleving van de exportvereisten.

Er werden zes aanbevelingen gericht aan de verschillende overheden die bij de audit betrokken waren, en een actieplan werd aan de Commissie voorgelegd. Momenteel wordt dit gevalideerd.

De derde en laatste audit vond plaats in de loop van november en had betrekking op de ingestelde officiële controles op voedselverbeteraars.

De auditors hebben vastgesteld dat het systeem van officiële controles m.b.t. de productie van, het handelsverkeer in en het gebruik van voedselverbeteraars dat momenteel ingesteld is, het mogelijk maakte zich op een efficiënte manier ervan te vergewissen dat hun gebruik conform is met de van toepassing zijnde wetgeving van de Unie. Zij zijn eveneens tot de conclusie gekomen dat de richtlijnen, die toegankelijk zijn voor het publiek en betrekking hebben op voedselverbeteraars, bijkomende tools waren die het naleven van de wettelijke voorschriften ondersteunen. Ze hebben echter betreurd dat er geen systematische controles op voedselverbeteraars bij de exploitanten van de voedingssector uitgevoerd werden. Deze vaststelling werd opgenomen in een aanbeveling aan de Belgische autoriteiten. Deze laatsten hebben een actieplan opgesteld om dit te verhelpen, het actieplan wordt door de Commissie onderzocht.

De twee observatiemissies, die respectievelijk in april en september plaatsvonden, hadden betrekking op het instellen door de bevoegde autoriteiten van sommige aspecten van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden enerzijds, en anderzijds, de Belgische aanpak betreffende de daling van voedselverspilling.
In de eerste missie gewijd aan biociden werd beslist dat voor de uitvoering van Verordening (EU) nr. 528/2012, de bevoegde overheid duidelijk gedefinieerd was en dat de samenwerking tussen de verschillende betrokken bevoegde overheden toereikend was. De Europese inspecteurs hebben namelijk de wens geuit om de Verordening goed toe te passen, zoals de actieve deelname aan de toelatingsprocedures van de Unie hiervan getuigt.

Van zijn kant uit heeft België zijn bezorgdheid geuit over de groeiende complexiteit van de evaluaties en de gevolgen die hieruit kunnen voortvloeien om de termijnen na te leven, rekening houdende met meer evaluaties van de actieve stoffen zodat hun eventuele hormoonverstorende eigenschappen worden toegevoegd en met de trend dat de toelating wordt aangevraagd voor steeds meer diverse families van biociden.

Tenslotte heeft de Commissie geconcludeerd dat er een controlesysteem bestaat voor het in de handel brengen en het gebruik van biociden gebaseerd op risico’s en heeft ze kunnen vaststellen dat België gereageerd heeft op het probleem van de fipronilbesmetting door de controles te versterken en met de buurlanden samen te werken in de strijd tegen fraude in de voedselketen. In België heeft dit incident trouwens de samenwerking tussen het Agentschap en de betrokken diensten van de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu kunnen versterken. Het Agentschap heeft zo een reeks aanbevelingen aan deze diensten gericht, aanbevelingen die deels in aanmerking genomen werden.

Tijdens de missie over voedselverspilling, die aangestuurd werd door de Gewesten, de bevoegde overheid ter zake, kon het auditteam ten slotte kennisnemen van de concrete doelstellingen die de drie Gewesten van België zich hebben gesteld om de voedselverspilling met 30% te verminderen tegen 2025, en van projecten en initiatieven om deze doelstellingen te bereiken. De Commissie noteerde eveneens dat heel wat voedselbanken en verenigingen actief waren bij de herverdeling van levensmiddelen in België en dit ondanks een gebrek aan opslag- en koelcapaciteit.

De definitieve verslagen van de vermelde missies zijn beschikbaar of worden beschikbaar gesteld op de website van de Europese Commissie: http://ec.europa.eu/food/audits-analysis/audit_reports/index.cfm.




Inspecties en audits door derde landen

Het FAVV werd ook geauditeerd door derde landen met het oog op het behoud en de uitbreiding van onze exportmarkten.

In 2018 hebben 8 delegaties uit China, Filipijnen, Hongkong, Maleisië, Russische Federatie, Vietnam, en Zuid-Korea ons land bezocht in het kader van de export van planten, dieren, diervoeders en bepaalde voedingsmiddelen.
   
Onze opdracht is te waken over de veiligheid in de voedselketen en de kwaliteit van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant.

ONZE SITES : - FAVV Professionelen
- FAVV Consumenten
- De smiley
- Wetenschappelijk Comité
- Foodweb
- FAVV Enquêtes
CONTACT :
- De woordvoerders
- Lokale controle-eenheden (LCE)
- Interne en externe laboratoria
- Het meldpunt voor de consument
- De ombudsdienst voor de operatoren