www.favv.be       FAVV - ACTIVITEITENVERSLAG 2018
Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
A tot Z
FR NL



Dierengezondheid Afdrukbare versie   |   Laatst bijgewerkt op 20.06.2019

Ziekten waarvan België vrij is
Opvolging van verwerpingen
Afrikaanse varkenspest
Ziekte van Newcastle
OSE
Cysticercose
Equine infectieuze anemie
Ziekten bij aquacultuurdieren
Bijenziekten



Het sanitaire beleid van het FAVV is erop gericht “de vrije” status voor dierziekten te behouden en het toepassingsgebied ervan uit te breiden. Het voorziet onder meer in onderzoek en systematische analyses in geval van abortus bij runderen en kleine herkauwers, een aangepaste wintercampagne bij runderen, bloedanalyses van runderen afkomstig uit landen die niet officieel vrij zijn van bepaalde ziekten bij hun binnenkomst in België en analyse en monitoring van nieuwe of opnieuw opkomende dierenziekten.

Het FAVV vertrouwt een belangrijk deel van het gezondheidstoezicht toe aan de gewestelijke verenigingen voor diergezondheid ARSIA en DGZ (monitoring en diagnose van meldingsplichtige ziekten, gerichte bewaking van ziekten in het kader van officiële surveillance en uitroeiingprogramma’s, ondersteuning en bedrijfsbegeleiding in het kader van ziektebewaking, identificatie en registratie van dieren) alsook aan het Sciensano (nationaal referentielaboratorium in het kader van dierziekten en zoönosen, epidemiologisch onderzoek en risicoanalyse, verbetering van de kwaliteit van de databanken die gebruikt worden bij de vaccinatiecampagnes en voor de controles van de dierengezondheid) en trekt hier jaarlijks meer dan 10 miljoen € voor uit.




Ziekten waarvan België vrij is

België is officieel vrij van verschillende ziekten bij rundvee en varkens: runderleucose (sinds 1 juli 1999), runderbrucellose en rundertuberculose (sinds 25 juni 2003), de ziekte van Aujeszky (sinds 4 oktober 2011). België is eveneens vrij van tal van andere ziekten, zoals mond- en klauwzeer, hondsdolheid, klassieke varkenspest en blauwtong (sinds 15 februari 2012). Ondanks de uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij wilde everzwijnen in september 2018, behoudt België zijn ziektevrije status voor Afrikaanse varkenspest bij gedomesticeerde varkens. In 2018 heeft België ook tijdelijk zijn ziektevrije status voor de ziekte van Newcastle bij pluimvee verloren. Sinds eind dit jaar werd de ziektevrije status opnieuw toegekend.

De volledige lijst van ziekten is beschikbaar op de website van het FAVV. Omwille van de gezondheid van onze veestapel maar eveneens met het oog op de intracommunautaire handel en de uitvoer naar derde landen is het voor België belangrijk om vrij te blijven van deze ziekten.

    Runderbrucellose

    Na het brucellose-incident einde 2010 en begin 2012 met een laatste haard begin 2013 werd geen enkele haard van runderbrucellose meer vastgesteld.

    Het bewakingsprogramma voorziet een verplicht onderzoek bij verwerpingen en ook een onderzoek van bepaalde veehouderijen geselecteerd op basis van een risicoanalyse:
    • beslagen waarin de afgelopen drie jaar runderen werden binnengebracht uit niet officieel-vrije lidstaten of derde landen;
    • beslagen waarin op jaarbasis geen enkel geval van verwerping werd onderzocht; en
    • beslagen omwille van andere sanitaire en epidemiologische redenen.

    Het tweemaal per jaar screenen van alle melkveebedrijven door het onderzoek van tankmelk werd opnieuw uitgevoerd. In 2018 waren alle resultaten gunstig.


    Rundertuberculose

    België is officieel vrij van rundertuberculose sinds 25 juni 2003. Dit betekent dat de ziekte op jaarbasis in slechts maximaal 0,1% van alle rundveebeslagen aanwezig mag zijn.

    De maatregelen die werden getroffen in de laatste haarden van 2017, werden in de loop van 2018 opgeheven na de reiniging en ontsmetting van de installaties.
    Er werd een nieuwe haard van rundertuberculose aangetroffen tijdens de wintermonitoring 2017-2018. Het hele beslag maakte het voorwerp uit van een stamping out.
    In de loop van 2018 werden 5 andere haarden van rundertuberculose ontdekt.
    De eerste van de vijf haarden werd vastgesteld in het slachthuis en heeft het voorwerp uitgemaakt van een gedeeltelijke afslachting. In de tweede haard, die een contacthaard was van de vorige haard, werd echter een volledige slachting uitgevoerd.
    Een derde haardbeslag werd vastgesteld naar aanleiding van een tuberculinatie bij aankoop. Deze haard maakte het voorwerp uit van een stamping out. In de vierde haard, die een contacthaard was van de vorige haard, werd een gedeeltelijke slachting uitgevoerd.
    Het laatste haardbeslag werd eind 2018 ontdekt in het slachthuis. Er werd een volledige slachting uitgevoerd van dit beslag.
    De twee bedrijven waar een gedeeltelijke slachting werd uitgevoerd in 2018 worden nog steeds opgevolgd in 2019.




Opvolging van verwerpingen

Bij iedere melding van een verwerping bij runderen, schapen of geiten wordt, naast het verplichte brucelloseonderzoek, een uitgebreid onderzoek op een hele reeks ziekteverwekkers uitgevoerd. Het onderzoek naar de oorzaak van de verwerping wordt uitgevoerd op serum van het moederdier en virologisch en bacteriologisch onderzoek van de verworpen vrucht of de nageboorte.

In 2018 werden 8.797 verwerpingen onderzocht bij runderen. Dit betekent een daling ten opzichte van 2017 (9.964). Het aantal abortusonderzoeken blijft hoog dank zij de financiering door het FAVV van de onderzoeken uitgevoerd in het kader van het abortusprotocol en door het feit dat de materialen voor onderzoek worden opgehaald. Geen enkel geval van brucellose werd vastgesteld.

Geïdentificeerde ziekteverwekkers in geval van verwerpingen bij runderen:
  • Moederdier: neosporose (18,3%);
  • Foetus en placenta: Schmallenberg (0,07%), BVD (0,76%), Salmonella (0,12%).

In 2018 werden 171 verwerpingen onderzocht bij schapen en geiten (111 in 2013, 149 in 2014 en 2015, 109 in 2016, 137 in 2017). Geen enkel geval van brucellose werd vastgesteld.

Geïdentificeerde ziekteverwekkers in geval van verwerpingen bij schapen en geiten (foetus en placenta):
  • Q koorts (13,4%)
  • Chlamydophila abortus (2,3%)
  • Campylobacter foetus (0,5%)
  • Campylobacter jejuni (0,5%)
  • Toxoplasma gondii (2,9%)




Afrikaanse varkenspest

Voor het eerst sinds 1985 werd in België Afrikaanse varkenspest (AVP) vastgesteld, ditmaal bij everzwijnen in het zuiden van de provincie Luxemburg. Er bestaat geen specifieke behandeling, noch een vaccin tegen deze virale ziekte. De activiteiten van de verschillende bevoegdheidsniveaus worden gecoördineerd om op lange termijn de ziekte uit te roeien en op korte termijn de mogelijke verspreiding van het virus bij wilde everzwijnen (gewestelijke bevoegdheid) en naar varkenshouderijen (federale bevoegdheid) te voorkomen. De voorbereiding door het Waalse Gewest maakt een zeer goede samenwerking mogelijk. Alle gehouden (gedomesticeerde) varkens binnen het oorspronkelijk besmet gebied werden afgemaakt. Dit om te vermijden dat het virus van wilde dieren zou overgaan op gehouden varkens, wat niet alleen problemen voor de dierengezondheid veroorzaakt, maar ook een zeer grote economische impact zou hebben. Verder werd een verzamelverbod voor varkens ingevoerd en werden de bioveiligheidsmaatregelen op de varkensbedrijven aangescherpt. Door deze strenge maatregelen zijn de varkensbedrijven tot op heden gevrijwaard gebleven van de ziekte.

De uitbraak van Afrikaanse varkenspest bij wilde everzwijnen heeft ook een grote impact op de export van varkensvlees buiten de EU. De meeste derde landen hebben een embargo ingesteld, ofwel kon niet meer voldaan worden aan de bilaterale akkoorden, waardoor uitvoer niet meer mogelijk is. Bovendien aanvaarden de meeste landen de toepassing van regionalisering zoals beschreven in internationale standaarden niet, wat het heropenen van deze markten bemoeilijkt.

Het FAVV heeft in eerste instantie de nodige maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat bilaterale afspraken met derde landen correct worden nageleefd. Gezien de grote economische impact op de varkenssector, bespreken de verschillende stakeholders in een taskforce de te ondernemen acties om export terug mogelijk te maken. Het FAVV maakt deel uit van deze taskforce die wordt voorgezeten door Buitenlandse zaken.

Het FAVV informeert buitenlandse autoriteiten op transparante wijze van de situatie en de genomen maatregelen en werkt hiervoor nauw samen met Buitenlandse zaken en de ambassades. Zo heeft het FAVV toelichting gegeven aan diplomaten en ambassadeurs van derde landen in het Egmontpaleis. Hoewel de besmetting met AVP zich enkel voordoet bij wilde everzwijnen in een beperkt gebied in het uiterste zuiden van het land en de varkenssector, die voor zo’n 95% is gesitueerd in het noorden van België, nog steeds vrij is van AVP, zijn de meeste derde landen terughoudend om export opnieuw toe te laten.

Gecoördineerde initiatieven, zowel op politiek als op technisch vlak, zullen verder noodzakelijk zijn om vooruitgang te boeken. Niet enkel op Belgisch niveau maar ook op Europees niveau wordt samengewerkt met de Europese Commissie en andere lidstaten om derde landen te overtuigen van de Europese aanpak voor regionalisering in geval van een uitbraak van dierziektes.




Ziekte van Newcastle

In de loop van de lente en zomer van 2018 is het virus dat verantwoordelijk is voor de ziekte van Newcastle of paramyxovirose aangetroffen in pluimveebedrijven in België. De virusstam in kwestie, aviaire paramyxovirus type 1 genotype VIIi, is afkomstig uit Zuidoost-Azië en heeft zich snel verspreid naar het Midden-Oosten, Noord-Afrika en Oost-Europa. Deze stam werd ook aangetroffen in het Groothertogdom Luxemburg. In totaal zijn er 20 pluimveebedrijven besmet tussen 26 april 2018 en 31 juli 2018. Er werden twee gevallen aangegeven bij hobbyhandelaars en 15 gevallen bij hobbyhouders. Aangezien de professionele sector ook getroffen is (2 uitbraken bij houders en 1 uitbraak bij een handelaar), heeft België het ziektevrij statuut van de OIE verloren. Het werd terug behaald op 28 oktober 2018.

Het uitgevoerde epidemiologisch onderzoek heeft aangetoond dat die gevallen en die uitbraken hoofdzakelijk veroorzaakt werden door hobbypluimvee dat niet of onvoldoende gevaccineerd was tegen de ziekte van Newcastle en dat werd aangekocht/verkocht door pluimveehandelaars. Dat is de reden waarom de vaccinatie verplicht gemaakt is voor hobbypluimvee dat wordt verhandeld tussen handelaars en particulieren of waarmee wordt deelgenomen aan verzamelingen door de publicatie van het ministerieel besluit van 24 juli 2018 houdende dringende maatregelen betreffende de bestrijding van de ziekte van Newcastle.




OSE

Overdraagbare spongiforme encefalopathieën of OSE (Engels: TSE) zijn ziekten die de hersenen en het zenuwstelsel van dieren progressief aantasten. Deze ziekten worden veroorzaakt door bepaalde infectieuze eiwitten, prionen genaamd. De bekendste OSE is BSE of boviene spongiforme encefalopathie, beter gekend als de “gekkekoeienziekte”.

Een bewaking van OSE bij runderen, schapen en geiten werd uitgevoerd in veehouderijen, op markten, bij het vervoer en in de slachthuizen. De hersenen van alle verdachte dieren werden geanalyseerd door Sciensano.


    Traceerbaarheid van rundvlees

    In mei 2012 kreeg België officieel het statuut van “verwaarloosbaar risico op BSE”. Om een doeltreffende bestrijding van de ziekte te blijven garanderen en de traceerbaarheid van rundsvlees te controleren, voert het FAVV DNA-tests uit. Daarom wordt in het slachthuis een stukje van het oor van alle geslachte runderen bewaard en de tracering van het dier doorheen de voedselketen wordt verzekerd door het Sanitel-systeem.

    In uitsnijderijen en slagerijen worden stalen rundvlees verzameld die vervolgens worden getraceerd tot op niveau van het slachthuis: op het oor dat in het slachthuis wordt bewaard en op de stalen van het vlees uit de uitsnijderij of de slagerij wordt een DNA-analyse uitgevoerd. Wanneer er geen overeenstemming is tussen het DNA van het vlees en het DNA van het oor, wordt een onderzoek uitgevoerd.

    Aantal missies Aantal operatoren
    383 339

      Aantal monsternemingens Gunstige monsternemingen (%) Aantal maatregelen
    Traceerbaarheid uitsnijderijen 121 98,3 -
    Traceerbaarheid vleeswinkels 270 89,3 3
    Totaal 391 92,1 3

    Maatregelen naar aanleiding van non-conformiteiten
      Aantal maatregelen
    Waarschuwingen 1
    Andere 2
    Totaal 3

    Non-conformiteiten
      Aantal monsternemingen Non-conforme parameters
    Vlees 27 Genotypering
    Versneden vlees 4 Genotypering


    Controle op de vereisten inzake preventie BSE: feedban

    In het kader van de BSE-bestrijding, voert het FAVV controles uit om na te gaan of er geen verboden dierlijke eiwitten aanwezig zijn, in het bijzonder door kruiscontaminaties in voeder voor herkauwers. De hieronder vermelde inspecties verifiëren of er op het veebedrijf enkel voeders aanwezig zijn met dierlijke ingrediënten die aan alle op het erf aanwezige veedieren geven mogen worden. Een eventuele kruiscontaminatie van een dierlijk ingrediënt naar een niet-doeldiervoeder zal in dit geval immers geen gevaar opleveren voor het ondergraven van het verbod op bepaalde dierlijke eiwitten.

    Tijdens 2.661 inspecties in 2018 werd drie keer voeder aangetroffen met dierlijke ingrediënten die niet aan alle op het erf aanwezige dieren gegeven mochten worden. De resultaten zijn vergelijkbaar met deze van het voorbije jaar.

    Daarnaast worden er ook analyses uitgevoerd op de aanwezigheid van niet toegelaten dierlijke bestanddelen en onvoldoende zuivere rundvetten. Er worden ook analyses uitgevoerd voor de opsporing van GTH (PDF) (glyceroltriheptanoaat) dat als merker wordt toegevoegd aan vleesbeendermeel en dierlijke vetten van categorie 1- en 2-materiaal, aangezien deze niet mogen gebruikt worden in diervoeders.

    Aantal missies Aantal operatoren
    884 494

      Aantal monsternemingens Gunstige monsternemingen (%) Aantal maatregelen
    Feedban 871 99,7 2
    GTH 82 96,3 2
    Onzuiverheden in vetten 60 98,3 1
    Totaal 1.012 99,3 5

    Maatregelen naar aanleiding van non-conformiteiten
      Aantal maatregelen
    Waarschuwingen 1
    PV 3
    Andere 1
    Totaal 5

    Non-conformiteiten
      Aantal monsternemingen Non-conforme parameters
    Aanvullende diervoeders 1 Vleesbeendermeel
    Volledige diervoeders 2 DNA herkauwers
    Dierlijke vetten 1 Onzuiverheden
    Dierlijke vetten NHC 3 GTH merker (aanwezigheid in cat. 1 en 2)




Cysticercose

Cysticercen zijn larvale tussenstadia van lintwormen die bij consumptie door de mens kunnen aanleiding geven tot het ontstaan van een volwassen lintworm. Bij een gelokaliseerde infestatie met cysticercen wordt een koudebehandeling toegepast: het vlees wordt ten minste 10 dagen aan -18°C bewaard, waarna het geschikt is voor humane consumptie. Bij een veralgemeende infestatie met cysticercen worden de karkassen afgekeurd.

In 2018 werden in de slachthuizen bij runderen 1.185 gevallen van gelokaliseerde cysticercose (978 in 2013, 1.154 in 2014, 1.242 in 2015, 1.262 in 2016, 1.348 in 2017) en 27 gevallen van veralgemeende cysticercose (16 in 2013, 18 in 2014, 11 in 2015, 20 in 2016, 27 in 2017) aangetroffen.




Equine infectieuze anemie

Er werd sinds 2013 geen enkele uitbraak van equine infectieuze anemie vastgesteld.




Ziekten bij aquacultuurdieren

In 2018 werden vijf besmettingshaarden van virale hemorragische septikemie ontdekt in aquacultuurbedrijven. Een van deze bedrijven had vissen geleverd aan vier andere bedrijven. Het epidemiologisch onderzoek dat werd ingesteld om andere installaties in kaart te brengen die werden besmet via een vislevering heeft ook toegelaten om de besmetting van zes visbedrijven vast te stellen. De nodige maatregelen werden ingesteld om de verspreiding van de ziekte te voorkomen: beperkende maatregelen betreffende de aan-en afvoer werden ingesteld totdat alle vissen werden verwijderd. De installaties werden gereinigd en ontsmet en er werd een sanitaire leegstand ingesteld in de aarden vijvers.




Bijenziekten

In 2018 werd het project Healthy Bee geïntegreerd in het controleplan van het FAVV voor de actieve monitoring van de bijengezondheid.

In totaal werden 174 imkers en 731 bijenkolonies gedurende een jaar gevolgd via 3 verschillende bezoekreeksen die plaatsvonden in het najaar van 2017 en in de lente en de zomer van 2018.
Het gemiddelde wintersterftecijfer voor tot de opgevolgde bijenstanden bedroeg 23,8 % in de winter 2017-2018. Dit percentage overschrijdt met bijna 10% de wintersterfte die als normaal en aanvaardbaar wordt beschouwd bij honingbijen. Voor het seizoen 2018 bedroeg de gemiddelde seizoenssterfte 3,7 %.
Sterfte bij bijen is een probleem van meerdere factoren waarvan bijenziekten de meest geciteerde oorzaken zijn (varroa, Amerikaans en Europees vuilbroed, Nosema), alsook de aanwezigheid van chemische residuen, de verarming van voedselbronnen (stuifmeel en nectar) en de combinatie van deze verschillende factoren. Statistische analyses konden een significant verband aantonen tussen een varroaplaag en bijensterfte. Hoe meer varroamijten aanwezig zijn in bijen in de winter, hoe groter het risico dat zij niet overleven.

Voor meer informatie kan u de rubriek “bijenteelt” op de website van het FAVV raadplegen.

Het FAVV verzekert ook een passief toezicht op officiële bijenziekten: In 2018 werden 14 haarden van Amerikaans vuilbroed gemeld aan het FAVV. De getroffen kolonies werden ofwel vernietigd ofwel werd er een kunstmatige uitzwerming uitgevoerd. Er werd een beschermingsgebied van 3 km afgebakend. De bijenkorven die gelegen zijn in het gebied rondom de haard worden onderzocht om eventuele besmettingen vast te stellen.

Het Wetenschappelijk Comité heeft een Advies 18-2018 opgesteld met als titel “Verontreiniging en vervalsing van bijenwas: risico voor de bijengezondheid” waarin stoffen worden geanalyseerd die een risico kunnen vormen voor de bijengezondheid door de verontreiniging en vervalsing van bijenwas. In het advies worden actielimieten voorgesteld m.b.t. de eventuele aanwezigheid van deze stoffen in de was om zo de gezondheid van de bijen te vrijwaren.
   
Onze opdracht is te waken over de veiligheid in de voedselketen en de kwaliteit van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant.

ONZE SITES : - FAVV Professionelen
- FAVV Consumenten
- De smiley
- Wetenschappelijk Comité
- Foodweb
- FAVV Enquêtes
CONTACT :
- De woordvoerders
- Lokale controle-eenheden (LCE)
- Interne en externe laboratoria
- Het meldpunt voor de consument
- De ombudsdienst voor de operatoren