|
|
Ten dienste van |
Ten dienste van |
Internationale |
Inspecties | Voedseltoxi- infecties |
gezondheid |
Monsternemingen en analyses |
Fraude- bestrijding |
Barometers |
Meldingen en gevolgen van controles Afdrukbare versie | Laatst bijgewerkt op
20.05.2020
RASFF Via het Rapid Alert System for Food & Feed (RASFF) werden in 2019 door alle lidstaten van de EU in totaal 4.000 meldingen gedaan van producten die een risico kunnen betekenen voor mens of dier, waarbij andere lidstaten of derde landen betrokken zijn. Hiervan gingen 224 meldingen uit van België als gevolg van: invoercontroles aan de grens (38), de autocontroles van een bedrijf (120), officiële controles op de Belgische markt (57) en consumentenklachten (7).
Evolutie van RASFF-meldingen volgens verschillende criteria Top 5 van de RASFF-meldingen door België in 2019
In 2019 heeft het RASFF-contactpunt 556 meldingen met bijkomende informatie (“additionals”) verspreid binnen België; deze waren bestemd voor informatie of voor opvolging. Meldingsplicht Elke operator die activiteiten uitoefent die onder de bevoegdheid van het FAVV vallen, is verplicht om het FAVV in te lichten wanneer hij een vermoeden of reden heeft om aan te nemen dat een product dat door hem ingevoerd, geproduceerd, gekweekt, geteeld, verwerkt, vervaardigd of gedistribueerd werd, schadelijk kan zijn voor de gezondheid van mens, dier en plant (KB van 14/11/2003, art. 8 § 1). In onderstaande tabel wordt het aantal meldingen per dienst en de evolutie in de tijd weergegeven. Aantal meldingen per sector en evolutie daarvan in de tijd
De evolutie in de tijd van het aantal meldingen per gevarenklasse wordt in de tabel hieronder weergegeven. Evolutie in de tijd van het aantal meldingen per gevarenklasse
Het aantal meldingen door operatoren steeg met 3,4% tegenover 2018 tot een totaal van 1359 meldingen. De grootste relatieve stijging heeft betrekking op de aanwezigheid van biologische gevaren (+50%); dit is voornamelijk het gevolg van een sterke toename van het aantal meldingen met betrekking tot de aanwezigheid van plantenziekten en parasitaire organismen (27 meldingen, + 92,9%) en dierziekten (22 meldingen, +46%). Microbiologische gevaren blijven de voornaamste reden voor meldingen (52,8%), gevolgd door chemische gevaren (29%). Wat microbiologische gevaren betreft, werden er 3,3 meer meldingen van vermoedelijke voedseltoxi-infecties geregistreerd. Verdeling van de meldingen volgens de aard van het gevaar
Administratieve boetes Het koninklijk besluit van 22 februari 2001 houdende organisatie van de controles die worden verricht door het FAVV, bepaalt dat in de voedselketen vastgestelde inbreuken aanleiding kunnen geven tot een administratieve sanctie: de betaling van een administratieve boete door de overtreder doet de strafvordering vervallen. De afhandeling van de procedure voor het voorstellen van administratieve boetes wordt, op basis van de taalrol, toevertrouwd aan een jurist-commissaris van de administratieve boetes. Nadat hij de parketten de mogelijkheid heeft gegeven om de vastgestelde inbreuken te vervolgen, stelt hij een administratieve boete voor. Voor wanbedrijven (correctionele straf) wordt een bedrag van 200 € tot 40.000 € voorgesteld; voor overtredingen (politiestraf) is dit 100 €. De commissaris van de administratieve boetes steunt op de strafbepalingen van de wetten waarvoor het FAVV bevoegd is en houdt daarbij rekening met de individuele situatie van de overtreder, de ernst van de inbreuken of het aantal, de weerslag op de gezondheid van consumenten, dieren of planten en het eventueel voorkomen van recidive. Evolutie van het aantal door de commissarissen van de administratieve boetes behandelde dossiers
Belangrijkste materies waarvoor proces-verbaal werd opgesteld (uit een totaal van ongeveer 50 trefwoorden)
Net als de voorgaande jaren worden vaak inbreuken vastgesteld in de horecasector en de detailhandel, te wijten aan een minder professionele instelling van de verantwoordelijken. Als reactie op die vaststelling heeft het FAVV sinds begin 2011 aan horecazaken voorgesteld om, onder bepaalde voorwaarden, als alternatief voor de administratieve boete, een opleiding te volgen bij de voorlichtingscel van het FAVV. In 2019 konden 2.355 ondernemingen van deze mogelijkheid gebruik maken (2.106 in 2017 en 2.475 in 2018). Hiervan schreven 632 zich ook daadwerkelijk in voor een opleiding (611 in 2017 en 766 in 2018), waarvan 209 al konden genieten van de (gedeeltelijke) kwijtschelding van de administratieve boete (452 in 2017 en 534 in 2018).
Intrekking of weigering van de erkenning of toelating Intrekking of weigering door DG controle Wanneer de andere maatregelen (waarschuwingen, PV, …) zonder succes werden toegepast, start het FAVV de procedure van weigering, intrekking of schorsing van de erkenning of toelating . Wanneer de intrekkings- of schorsingsprocedure wordt ingeleid, kan de onderneming vragen om gehoord te worden voor de beroepscommissie van het FAVV. In 2019 werden 83 procedures (P30) van weigering en 104 procedures van intrekking/schorsing (P15) opgestart:
Bovendien werd voor 17 operatoren een dossier onmiddellijke intrekking (P0) opgemaakt gezien de ernst van de vastgestelde feiten. Voor één ervan werd de beslissing van het FAVV door de Raad van State bevestigd. Beroepscommissie Er werd beroep aangetekend tegen 30 beslissingen (5 FR en 25 NL) bij de beroepscommissie van het FAVV. In 3 dossiers vond er geen hoorzitting plaats: voor 1 dossier werd het beroep buiten de wettelijke termijn ingesteld, in een 2e dossier is de onderneming in faling gegaan en in het laatste dossier heeft de onderneming enkel een schriftelijk verweer ingediend. De jury van de Commissie heeft daarom over 28 dossiers een advies uitgebracht aan de voogdijminister van het FAVV. Beslissing van de Minister De beroepscommissie adviseerde in 18 dossiers om de beslissing tot intrekking van DG Controle te volgen. Voor 7 dossiers werd er geadviseerd om bijkomende voorwaarden op te leggen aan de onderneming om de erkenning/toelating te kunnen behouden. Voor 3 dossier werd geadviseerd om de beslissing van DG Controle niet te volgen. De Minister heeft steeds het advies van de beroepscommissie gevolgd. Voor 3 dossiers ging de operator niet akkoord met de beslissing van de Minister en werd beroep aangetekend bij de Raad van State. Voor 2 hiervan heeft de Raad van State de uiterst hoogdringendheid verworpen. Voor 1 dossier heeft de Raad van State de beslissing van de Minister bevestigd. |
|