|
|
Ten dienste van |
Ten dienste van |
Internationale |
Inspecties | Voedseltoxi- infecties |
gezondheid |
Monsternemingen en analyses |
Fraude- bestrijding |
Barometers |
Planten en producten van plantaardige oorsprong Afdrukbare versie | Laatst bijgewerkt op
17.06.2020 Fytosanitaire controles In 2019 werden 24.737 zendingen van planten en producten van plantaardige oorsprong die bij invoer een fytosanitaire controle moeten ondergaan via een Belgische fytosanitaire grenscontrolepost (GCP) in de EU ingevoerd, wat een forse stijging is van 35,6% tegenover 2018. In de grenscontroleposten van Bierset, Zaventem en Zeebrugge/Oostende werden respectievelijk 3981 (+84,7%), 1796 (+34,1%) en 932 (+473,1%) zendingen meer aangeboden dan in 2018. In de grenscontroleposten van Antwerpen en Gent nam het aantal zendingen af tot respectievelijk 7755 (-1,8%) en 103 (-30,4%) zendingen. De reden voor deze grote verschuiving is te wijten aan 2 wijzigingen van de fytosanitaire wetgeving:
De luchthaven van Luik ontving in 2019 de meeste zendingen (8682 zendingen of 35,1%), gevolgd door de haven van Antwerpen (7755 zendingen of 31,3%) en de luchthaven van Zaventem (7068 zendingen of 28,6%). Zeebrugge/Oostende en Gent ontvingen de minste zendingen, respectievelijk 1129 zendingen of 4,6% en 103 zendingen of 0,4% van het totaal aantal zendingen. In de erkende inspectieplaatsen in het binnenland werden bijkomend 1.560 zendingen aangeboden (+21,1%). Dit waren zendingen die voor de fytosanitaire controle verplaatst werden vanuit een fytosanitaire GCP in België of een andere lidstaat (voornamelijk Nederland). Vanuit Belgische fytosanitaire GCP werden 5.282 zendingen (21,4%) na documentencontrole verplaatst naar erkende inspectieplaatsen in andere lidstaten, voornamelijk Nederland, wat een daling is van 11,3% tegenover 2018. De aard van de zendingen, de hoeveelheid producten en het aantal geweigerde zendingen die in de Belgische GCP en erkende inspectieplaatsen gecontroleerd werden, wordt in onderstaande tabel weergegeven. Aard van de zendingen die in België een fytosanitaire controle ondergingen
Op vraag van de Europese Commissie werden ook 669 bijkomende fytosanitaire controles uitgevoerd op producten die niet gereglementeerd zijn door de fytosanitaire wetgeving. De focus werd gelegd op producten die vermeld worden op de “non EU Trade Alert list” die de Europese Commissie zelf opstelt op basis van de onderscheppingen die door alle lidstaten gerapporteerd worden via EUROPHYT-Interceptions. Het doel van deze controles op niet-gereglementeerde producten is om de invoer van nieuwe fytosanitaire risico’s sneller te detecteren. 648 zendingen van groenten en fruit, 2 zendingen van hout, 18 zendingen van snijbloemen en 1 zending van zaden werden gecontroleerd. 32 zendingen werden geweigerd waarvan 31 voor groenten en fruit en 1 voor hout. Er werden 290 onderscheppingen opgesteld voor het vaststellen van inbreuken op de fytosanitaire wetgeving bij de invoer van zendingen uit derde landen. De reden van onderschepping en de genomen maatregelen worden in de tabel weergegeven. Reden van onderschepping en genomen maatregelen
44,5% (129 vaststellingen) van de inbreuken had betrekking op de vaststelling van schadelijke organismen wat zowel in relatieve als in absolute cijfers een hoger aantal betreft tegenover 2018. 99 vaststellingen van schadelijke organismen (76,7%) hadden betrekking op quarantaineorganismen. Niet-Europese Tephritidae of fruitvliegjes werden het meest aangetroffen (41 zendingen) en dit op volgende producten: mango (30), zuurzak (4), pepers (2), aubergine (2), kaki (2) en bitterkomkommer (1) . De tabakswittevlieg (27) werd aangetroffen op bladeren van rode zuring (10), zoete aardappel (8), bladeren van soorten uit de nachtschadefamilie (4), basilicum (2), spinazie (1) en maniokbladeren (1) uit Togo, de Democratische republiek Congo en Sierra Leoneen 1 keer op snijbloemen van gipskruid uit Israël. 23 vaststellingen gebeurden op goederen die niet gereglementeerd zijn in de fytosanitaire wetgeving. Hiermee wordthet belang van controles op niet-gereglementeerde producten en de insleeproute van quarantaineorganismen aangetoond. De Afrikaanse fruitmot (17) werd aangetroffen op pepers (9), zuurzak (3), aubergine (1), sinaasappel (1), mango (1) en in 2 zendingen van rozen. In 14 zendingen van snijbloemen van gipskruid uit Israël werden bladmineerders gevonden. 83% van de vaststellingen (25 zendingen) van niet-gereglementeerde organismen hadden betrekking op de auberginevruchtboorder op diverse auberginesoorten uit diverse Afrikaanse en Aziatische landen. De overige vaststellingen van niet-gereglementeerde organismen hadden betrekking op boktorren en boorkevers in houten verpakkingsmateriaal en hout (4)/ In een zending pepers uit Oeganda werden larven van de katoenuil aangetroffen. Alle zendingen waarop schadelijke organismen werden aangetroffen, werden vernietigd met uitzondering van 2 zendingen waarop niet-gereglementeerde organismen werden aangetroffen: het houten verpakkingsmateriaal werd behandeld en de zending lorkenhout (Larix) werd bijkomende getest op de naaldhoutnematode en daarvan vrij bevonden waarna de zending vrijgegeven werd. 78,3% van de zendingen waarop schadelijke organismen werden aangetroffen, waren afkomstig van het Afrikaanse continent waarbij Togo, Oeganda en Kameroen de koplopers zijn. De overige onderschepte zendingen waren afkomstig uit Israël (11,6%), de Aziatische landen Cambodja, China, Thailand, Vietnam en het Aziatisch gedeelte van de Russische Federatie (6,2%) en uit Zuid-Amerika (3,9%) (Brazilië, Peru).
|
|