www.favv.be       FAVV - ACTIVITEITENVERSLAG 2022
Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
HOME
FR NL



Scopes Afdrukbare versie   |   Laatst bijgewerkt op 20.06.2023

Sinds het gefaseerd uitrollen van de nieuwe controlemethodologie in alle sectoren, die gestart is op 01/07/2021 en nog steeds lopende is, zijn volgende nieuwe scopes van toepassing:

Basisscope
Fase 1: deze scope omvat 2 elementen: (1) de opvolging van non-conformiteiten die bij voorgaande controles bij het bedrijf werden vastgesteld en (2) de opvolging van de non-conformiteiten die vastgesteld werden tijdens de audit op het autocontrolesysteem en het bijhorende actieplan.
Fase 2: dit omvat de fundamentele en meest pertinente items die betrekking hebben op de belangrijkste potentiële risico’s in de voedselketen en wordt systematisch (dus bij elk inspectiebezoek) gehanteerd.

Thematische Scope allergenenbeheer
Dit omvat de controle op de schriftelijke en/of mondelinge communicatie over allergeneninformatie in de distributiesector voor niet-voorverpakte levensmiddelen.

Thematische Scope rookverbod
Dit betreft controles in de horeca waarbij wordt nagegaan of de vereisten inzake het rookverbod worden gerespecteerd.

Thematische Scope dierlijke producten
Hierbij wordt bij vlees- en viswinkels in de distributiesector nagegaan of het categorie 1-, 2- en 3-materiaal van elkaar wordt gescheiden en correct wordt verzameld, opgeslagen en vervoerd. Daarnaast wordt gecontroleerd of er een administratie van dierlijke bijproducten aanwezig is en wordt bijgehouden, en of de dierlijke bijproducten de juiste bestemming hebben. Bij vleeswinkels wordt bovendien nagegaan of de vereisten m.b.t. etikettering en tracering van rundvlees worden gerespecteerd.

Thematische Scope autocontrolesysteem
Hierbij wordt nagegaan of een operator actief in de distributiesector een autocontrolesysteem heeft geïmplementeerd gebaseerd op de HACCP-principes (Hazard Analysis Critical Control Points) en/of de beschikbare autocontrolegidsen en of hij over voldoende kennis over autocontrole beschikt.

Thematische scope nevenproducten
Hierbij wordt nagegaan of de nevenproducten van levensmiddelenbedrijven gepast worden gescheiden en opgeslagen. Indien het nevenproducten betreft die bestemd zijn voor diervoeder wordt geverifieerd of deze hiervoor geschikt zijn. Daarnaast worden ook eisen i.v.m. etikettering, traceerbaarheid en autocontrole nagegaan.

Thematische scope traceerbaarheid
Hierbij wordt nagegaan of de operator over een systeem of procedure beschikt om het verband te leggen tussen de binnenkomende en uitgaande producten zodat de traceerbaarheid ervan wordt gegarandeerd.

Thematische scope opvolging corrigerende acties van de operator
Hierbij wordt nagegaan of de non-conformiteiten vastgesteld tijdens een vorige inspectie zijn opgevolgd.

Thematische scope dierlijke bijproducten - intracommunautair handelsverkeer en export derde landen
Hierbij wordt nagegaan of de voorschriften opgelegd door de wetgeving betreffende niet voor menselijke consumptie bestemde dierlijke bijproducten worden nageleefd door de operatoren met dierlijke bijproducten die bestemd zijn voor de uitvoer en/of de intracommunautaire handel.

Thematische scope documentaire controle
Hierbij wordt nagegaan of de operatoren de documentaire voorschriften die door de verschillende wetgevingen opgelegd zijn, naleven.

Thematische scope dioxinemonitoring
Hierbij wordt nagegaan of de dioxinemonitoring die opgelegd is bij Verordening 183/2005 en het koninklijk besluit van 21 februari 2006 wordt nageleefd door de operatoren die producten behandelen die hieraan onderworpen zijn.

Thematische scope gemedicineerde diervoeders
Hierbij wordt nagegaan of de fabrikanten van gemedicineerde diervoeders en/of tussenproducten voldoen aan de wettelijke verplichtingen in verband met de vervaardiging, de opslag, het vervoer en het in de handel brengen ervan.

Thematische scope niet-toegelaten additieven export
Hierbij wordt nagegaan of de operatoren die niet-toegelaten toevoegingsmiddelen vervaardigen en gebruiken bij de vervaardiging van diervoeders voor de uitvoer, de voorschriften inzake het houden van dergelijke producten naleven.

Thematische scope export
Hierbij wordt nagegaan bij de operatoren die GBM's (gewasbeschermingsmiddelen) verhandelen voor de export of zij de regels voor dit soort activiteit naleven.

Thematische scope productcontrole
Hierbij wordt nagegaan of fabrikanten en invoerders van GBM's de specifieke wettelijke verplichtingen inzake vervaardiging en parallelhandel naleven.


Daarnaast zijn voor de subsectoren waarbij de nieuwe controlemethodologie nog niet van toepassing is, nog steeds de oude scopes van toepassing:

  • infrastructuur, inrichting en hygiëne: hierbij wordt nagegaan of het bedrijfsgebouw en -terrein voldoet aan de basis- en eventuele bijzondere voorwaarden inzake infrastructuur- en inrichtingsvereisten op het vlak van veiligheid van de voedselketen, en of de productieprocessen hygiënisch verlopen;

  • infrastructuur en inrichting (voor toekennen erkenning): hierbij wordt op vraag van de operator nagegaan of het bedrijfsgebouw en -terrein voldoet aan de basis- en eventuele bijzondere voorwaarden inzake infrastructuur- en inrichtingsvereisten op het vlak van veiligheid van de voedselketen zodat aan de operator een erkenning kan worden verleend;

  • autocontrolesystemen: hierbij wordt nagegaan of een operator, werkzaam in een andere sector dan de primaire productie, een autocontrolesysteem heeft geïmplementeerd gebaseerd op de HACCP-principes (Hazard Analysis Critical Control Points) en of hij hierover voldoende kennis beschikt. In geval het een operator in de primaire productie betreft, wordt nagegaan of de hygiënevoorschriften regelmatig worden gecontroleerd en er registers worden bijgehouden;

  • traceerbaarheid: hierbij wordt nagegaan of de operator over een systeem of procedure beschikt om het verband te leggen tussen de binnenkomende en uitgaande producten zodat de traceerbaarheid ervan wordt gegarandeerd. Indien het een dierhouder betreft wordt geverifieerd of de registratie in de databank Sanitel correct is, de dieren geïdentificeerd zijn indien dit wordt vereist en het bedrijfsregister aanwezig is en correct wordt bijgehouden;

  • meldingsplicht: hierbij wordt nagegaan of de operator over voldoende kennis beschikt om te weten in welke gevallen de meldingsplicht aan het FAVV verplicht is en hij weet hoe een melding aan het FAVV dient te gebeuren. Daarnaast wordt ook geverifieerd of een product recall-procedure voorhanden is, en of de operator in het verleden reeds correct het FAVV heeft gemeld en/of producten tot op het niveau van de consument heeft teruggeroepen indien hiervoor reden is geweest;

  • administratieve gegevens operator: hierbij wordt nagegaan of de operator over de juiste registratie en eventuele toelatingen of erkenningen beschikt voor de uitgeoefende activiteiten. Daarnaast wordt geverifieerd of het verplichte attest van de registratie of toelating zichtbaar is voor de eindgebruiker op een van buitenaf gemakkelijk zichtbare en toegankelijke plaats in het geval het een operator is van de B2C-sector. In geval het een dierhouder is, wordt nagegaan of de registratie in de databank Sanitel correct is;

  • fytosanitaire controles: dit zijn controles die worden uitgevoerd ter bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen. Aan deze checklists wordt geen score gegeven: bij vermoeden van de aanwezigheid van dergelijk organisme, wordt een monsterneming uitgevoerd;

  • gewasbeschermingsmiddelen: hierbij wordt nagegaan of de aanwezige gewasbeschermingsmiddelen en toevoegingsstoffen erkend/toegelaten zijn, passend worden bewaard en mogen worden toegepast. Er wordt eveneens gecontroleerd of deze producten zich in de oorspronkelijke verpakking bevinden en het oorspronkelijke etiket dragen, of het gebruiksregister correct wordt bijgehouden, en indien van toepassing of de teelten aan de gepaste vooroogstcontrole werden onderworpen;

  • dierengezondheid: hierbij wordt de gezondheidsstatus van de dieren nagegaan en of de bestrijdingsprogramma’s of sanitaire controleprogramma’s worden toegepast. In het kader van de epidemiologische bewaking (dierenziekten) wordt er eveneens nagegaan of er een overeenkomst is tussen de verantwoordelijke en de bedrijfsdierenarts, en of de maatregelen van epidemiologisch toezicht op en preventie van aangifteplichtige dierziekten worden nageleefd;

  • geneesmiddelen en diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding: hierbij worden de op het bedrijf aanwezige geneesmiddelen en gemedicineerde diervoeders gecontroleerd. Er wordt eveneens nagegaan of het geneesmiddelenregister correct wordt bijgehouden, en of de verantwoordelijke over een diergeneeskundige begeleidingsovereenkomst met een dierenarts beschikt;

  • dierenwelzijn: dit zijn controles inzake dierenwelzijnsaspecten, in productiebedrijven, m.b.t. het transport en ter hoogte van de slachthuizen, die worden uitgevoerd op vraag van de gewesten die verantwoordelijk zijn voor de opvolging van de vaststellingen;

  • dierlijke bijproducten niet bestemd voor humane consumptie: hierbij wordt nagegaan of het categorie 1-, 2- en 3-materiaal van elkaar wordt gescheiden en correct wordt verzameld, opgeslagen en vervoerd. Daarnaast wordt gecontroleerd of er een administratie van dierlijke bijproducten aanwezig is en wordt bijgehouden, of de dierlijke bijproducten de juiste bestemming hebben, en of de voorschriften inzake preventie, bestrijding en uitroeiing van bepaalde overdraagbare spongiforme encefalopathieën worden nageleefd;

  • etikettering: hierbij wordt nagegaan of de producten correct zijn geëtiketteerd of gemerkt, met inbegrip van de vermelde beweringen (claims); voor de contactmaterialen kan daarnaast ook nog de verklaring van overeenstemming worden nagekeken;

  • nevenproducten van levensmiddelen: hierbij wordt nagegaan of het afval en de nevenproducten van levensmiddelenbedrijven gepast worden gescheiden en opgeslagen. Indien het nevenproducten betreft die bestemd zijn voor diervoeder wordt geverifieerd of deze hiervoor geschikt zijn. Daarnaast worden ook eisen i.v.m. etikettering, traceerbaarheid en autocontrole nagegaan;

  • vervoer: hierbij wordt nagegaan of de levensmiddelen of diervoeders in transportmiddelen onder goede hygiënische omstandigheden worden vervoerd en de temperatuurvereisten worden gerespecteerd. Voor wat betreft het vervoer van levende dieren wordt nagegaan of de vervoermiddelen geschikt zijn om levende dieren te transporteren en of de traceerbaarheidseisen worden gerespecteerd;

  • erkenning uitvoer: dit zijn controles op vraag van de operator indien deze producten voor humane consumptie die onderworpen zijn aan een exporterkenning, uitvoert of wenst uit te voeren naar de Russische Federatie, Kazachstan of Wit-Rusland.
   
Onze missie is ervoor zorgen dat alle actoren van de keten aan de consument en aan elkaar een optimale zekerheid geven dat levensmiddelen, dieren, planten en producten die ze consumeren, houden of gebruiken, betrouwbaar, veilig en beschermd zijn, nu en in de toekomst.

ONZE SITES : - FAVV Professionelen
- FAVV Consumenten
- De smiley
- Wetenschappelijk Comité
- Foodweb
CONTACT :
- De woordvoerders
- Lokale controle-eenheden (LCE)
- Interne en externe laboratoria
- Het meldpunt voor de consument
- De ombudsdienst voor de operatoren