Bedreigingen van FAVV agenten Afdrukbare versie |  Laatst bijgewerkt op
23.04.2024
In alle gevallen waarbij sprake is van bedreigingen, dient (dienen) de bedreigde persoon (personen) een klacht in bij de politiediensten. Bovendien stelt het FAVV zich bij een dagvaarding door het Parket altijd burgerlijke partij ter ondersteuning van zijn medewerkers. Na melding van de bedreiging worden de bedreigde personen gecontacteerd om de ernst en de gevolgen beter in kaart te brengen. Er wordt bij de parketten aangedrongen om die dossiers van bedreiging te behandelen. In dat kader zijn in 2023 de volgende vonnissen en arresten uitgesproken.
- Het vonnis van de Nederlandstalige rechtbank van eerste aanleg te Brussel van 8 november 2023 waarin de operator strafrechtelijk worden veroordeeld voor de volgende feiten:
- mondelinge bedreigingen tegen o.a. FAVV-medewerkers op 29 maart 2021 en 25 mei 2021;
- geweld tegen een FAVV-medewerker op 26 maart 2021 en tegen een FAVV-medewerker op 25 mei 2021;
- bedreiging tegen een FAVV-medewerker op 26 maart 2021;
- verzet tegen een controle op 26 maart 2021, 29 maart 2021, 15 april 2021 en 25 mei 2021;
- andere inbreuken.
Alle tenlasteleggingen werden bewezen geacht en de betrokken operator werd strafrechtelijk veroordeeld. De operator werdveroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maanden en een geldboete van € 12 000 doch wat dat betreft met uitstel voor wat betreft de gevangenisstraf voor een termijn van drie jaar, voor wat betreft de geldboete evenzeer met uitstel voor een termijn van drie jaar en dit ten belope van € 8 000.
Het Agentschap stelde zich in deze zaak burgerlijke partij, vanwege de arbeidsongeschiktheid van onze controleur:
- € 1 779,93 aan arbeidsongeschiktheidkosten;
- € 150 aan administratieve kosten;
- € 67,96 aan verblijfskosten;
- € 23,06 aan ziekteverzekeringskosten.
Het Agentschap bekomt in deze zaak een schadevergoeding van € 2 020,95 en een RPV van € 960.
- Het arrest uitgesproken op 26 april 2023 door de derde kamer van het Hof van Beroep in Bergen in de zaak van het geweld tegen onze controleurs op 30 juli 2018. In tegenstelling tot het vonnis uitgesproken op 2 juni 2022 door de Rechtbank van Eerste Aanleg van Henegouwen, afdeling Bergen, is dit arrest niet gunstig.
Strafrechtelijk:
- het Hof bevestigt de schuld van de operator voor de feiten van beschuldiging B (verzet tegen ambtenaren in functie) en beschouwt dat de betrokkene "bewust weerstand bood aan een bevel dat haar werd gegeven door personen die de openbare autoriteit vertegenwoordigen, in het kader van de uitoefening van hun functie.” De operator krijgt voor deze feiten een voorwaardelijke veroordeling voor een periode van drie jaar, ingaande op de datum van het arrest van het Hof van Beroep;
- wat betreft beschuldiging A (opzettelijke slagen en verwondingen tegen onze controleur met als omstandigheid dat de slagen tot arbeidsongeschiktheid hebben geleid) en beschuldiging C (belediging): Het Hof oordeelde dat de strafbare feiten niet bewezen waren, mede gezien de epileptische en emotionele toestand van de beklaagde, waardoor het niet mogelijk is om opzettelijke bedoelingen vast te stellen.
Burgerlijk, vanwege de vrijspraak van de beklaagde voor de feiten van beschuldiging A en C, heeft het Hof geen bevoegdheid om te oordelen over de vordering op basis hiervan door de burgerlijke partijen.
- Het vonnis uitgesproken op 4 april 2023 door de Rechtbank van Eerste Aanleg van Luik - afdeling Hoei. Het Agentschap had zich burgerlijke partij gesteld voor feiten van bedreiging gepleegd door een operator tegen onze controleur tijdens een controle op 03 december 2021, waarbij onze controleur gewelddadig werd geduwd en vastgegrepen door de operator. De feiten betroffen ook valsheid in geschrifte (rundveepaspoorten) en talrijke inbreuken op de voedselveiligheidswetgeving. Strafrechtelijk veroordeelt de rechtbank de operator tot een gevangenisstraf van 3 maanden en een geldboete van € 16 000 met een uitstel van 3 jaar (voor de geldboete wordt het uitstel slechts verleend voor 2/3). Daarnaast wordt hij veroordeeld tot diverse gerechtskosten en vergoedingen voor een totaalbedrag van € 329,49.
Op burgerlijk vlak wordt de burgerlijke partijstelling van het FAVV ontvankelijk en gegrond verklaard. € 1 symbolische euro wordt toegekend aan het FAVV voor morele schade, evenals een rechtsplegingsvergoeding van € 210.
- Het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg van Antwerpen van 3 april 2023. Het betreft het dossier waarin de operator en diens zaakvoerder worden gedagvaard voor tal van PV’s met feiten tussen februari 2020 en april 2022.
De zaakvoerder wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van 5 maanden (met uitstel) en een geldboete van € 1600 voor het wegmaken van de in beslag genomen producten, zegelverbreking en verzet tegen controle. Voor de feiten van verzet tegen controle voor de periode 31 maart 2021 tot 16 april 2021 (waarin hij dreigt met het indienen van een klacht) en 4 maart 2022 (wegens gerede twijfel) wordt hij vrijgesproken. Operator wordt veroordeeld voor het wegmaken van de in beslag genomen producten, zegelverbreking en verzet tegen controle tot een gevangenisstraf van 5 maanden (met uitstel) en een geldboete van € 6 000.
Op burgerlijk gebied, het FAVV vorderde een materiële schadevergoeding van € 57 537,64 (onbetaalde retributies naar aanleiding van deze controles, kosten vernietiging in beslag genomen gewasbeschermingsmiddelen,…). Dit wordt integraal toegekend. De eis tot morele schadevergoeding wordt afgewezen. Aan de controleur wordt een materiële schadevergoeding van € 175,13 toegekend en een morele schadevergoeding van € 450.
- Het vonnis dat werd gewezen door de correctionele rechtbank te Ieper op 23 maart 2023. Op 6 mei 2022 ging de controleur ter plaatse in de eetgelegenheid. Tijdens deze hercontrole stelt hij vast dat niet alle niet-conformiteiten, vastgesteld bij de initiële controle van 8 maart 2022, zijn weggewerkt. Wanneer de controleur plaats neemt in de zaal aan een tafeltje naast de ingang van het restaurant worden de zaakvoerders verbaal agressief. De controle wordt gestaakt. De operator verspert de controleur fysiek de weg naar de uitgang en het vest van de controleur wordt naar buiten gegooid. De controleur kan nog net zijn tassen pakken, die één van de zaakvoerders ook op straat wou gooien. Ook geeft één van de zaakvoerders nog een trap tegen het achterwerk van de controleur. Alle tenlastegelegde feiten werden bewezen geacht. De operatoren worden veroordeeld tot een geldboete van € 2 400 waarvan € 1 200 met uitstel en een geldboete van € 1 200 waarvan € 600 met uitstel en een gevangenisstraf van 1 maand en een bijkomende boete van € 400. De zaakvoerder wordt veroordeeld tot een geldboete van € 1 200 waarvan € 600 met uitstel, een gevangenisstraf van 8 dagen en een boete van € 208.
Op burgerlijk gebied werd toegekend:
- € 1 symbolische euro aan het FAVV ;
- een schadevergoeding van € 500 aan de controleur.
- Het vonnis van de rechtbank van eerste aanleg te Tongeren van 10 maart 2023. Het betreft de feiten van 2 juni 2020 waar de operator een kopstoot gaf aan onze controleur en hem bedreigde. In 2020 liet het Parket van Limburg weten dat zij het dossier klasseerde zonder gevolg, waarna het Agentschap in november 2020 een klacht met burgerlijke partijstelling indiende bij de onderzoeksrechter. De operator wordt schuldig bevonden voor de feiten van opzettelijke slagen en verwondingen en voor de feiten van bedreigingen. Hij wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden en een geldboete van € 800 doch met probatie uitstel van tenuitvoerlegging voor een termijn van drie jaar mits uiteraard de tegenpartij de voorwaarden uitdrukkelijk opvolgt wat dat betreft.
Op burgerlijk gebied:
- een schadevergoeding van € 56 voor de twee dagen arbeidsongeschiktheid, een schadevergoeding van € 22,54 voor de verplaatsingsonkosten, een schadevergoeding van € 100 voor administratiekosten en € 500 morele schadevergoeding aan de controleur;
- € 49,84 aan kosten met tussenkomst door de mutualiteit, € 493,77 aan arbeidsongeschiktheidkosten, € 100 aan administratieve kosten en € 1 symbolische euro morele schadevergoeding aan het FAVV.
- Het vonnis van de Correctionele Rechtbank te Oudenaarde van 24 januari 2023. Op 13 november 2020 voerde een controleur een visitatie uit bij de operator. Er werden tal van inbreuken vastgesteld. Daarna bleef de operator de controleur belagen met tientallen mails. Ook bracht hij de controleur in een slecht daglicht bij zijn hiërarchisch meerdere. Op 7 februari 2021 gaf hij zelfs het privéadres van de controleur weer in zijn mail. Het Parket ging over tot dagvaarding en het FAVV en de controleur stelden zich burgerlijke partij.
De Rechtbank beoordeelde dat:
- wat betreft tenlastelegging A (de belaging van controleur) werd evenwel de vrijspraak uitgesproken omwille van het feit dat, aldus de Correctionele Rechtbank, de tenlastelegging niet is bewezen. Aldus de Voorzitter is het zo dat de tenlastelegging niet preciseert welke belagende handeling op 22 december 2020 zou zijn gesteld, de dagvaarding is derhalve onzorgvuldig en onduidelijk, ook het dossier bevat, opnieuw aldus de Correctionele Rechtbank, geen bewijs dat er sprake was van belaging;
- voor wat betreft alle andere tenlasteleggingen (inclusief het verzet om inlichtingen te verschaffen): deze werden als bewezen geacht en hiervoor werd de operator strafrechtelijk veroordeeld;
- op burgerlijke gebied heeft de Rechtbank geoordeeld dat zij niet bevoegd is te oordelen over de vordering van de burgerlijke partij (FAVV en controleur) omwille van het feit dat de feiten onder tenlastelegging A niet bewezen werd verklaard en anderzijds werd voor wat betreft de vordering op grond van tenlastelegging O (verzet tegen controle) geoordeeld dat een schade niet werd bewezen;
- in die omstandigheden werd de zaakvoerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie maand en een geldboete van € 16 000. De gevangenisstraf werd volledig met uitstel uitgesproken. Wat betreft de operator, deze werd evenzeer veroordeeld tot een geldboete van € 16 000 en moet ook alle gerechtskosten betalen.
|
