www.favv.be     |   Activiteitenverslag 2023 HOME
FR   |   NL



Dieren- en plantengezondheid Afdrukbare versie   |   Laatst bijgewerkt op 04.06.2024

De bewaking van de dieren- en plantengezondheid blijft een kernopdracht voor het FAVV. Dit is georganiseerd op basis van vooraf gedefinieerde programma’s die kaderen in een globaal sanitair beleid.

Deze bewaking laat toe op nationaal en internationaal vlak te garanderen dat onze dieren, planten, dierlijke en plantaardige producten aan de wettelijke voorschriften voldoen en is voor België ook belangrijk in het kader van de intracommunautaire handel en de uitvoer naar derde landen.


Dierengezondheid
Blauwtong
Epizoötische hemorragische ziekte
Vogelgriep bezorgt ook in 2023 kopzorgen
Activiteiten van de Risk Assessment Group – Veterinary – Emerging Zoonoses (RAG-V-EZ)

Plantengezondheid




Dierengezondheid

Het sanitaire beleid van het FAVV is erop gericht “de vrije” status voor dierziekten te behouden en het toepassingsgebied ervan uit te breiden. Het voorziet onder meer in onderzoek en systematische analyses in geval van abortus bij runderen en kleine herkauwers, een aangepaste wintercampagne bij runderen, bloedanalyses van runderen afkomstig uit landen die niet officieel vrij zijn van bepaalde ziekten bij hun binnenkomst in België en analyse en monitoring van nieuwe of opnieuw opkomende dierenziekten.

Het FAVV vertrouwt een belangrijk deel van het gezondheidstoezicht toe aan de gewestelijke verenigingen voor diergezondheid ARSIA en DGZ (monitoring en diagnose van meldingsplichtige ziekten, gerichte bewaking van ziekten in het kader van officiële surveillance en uitroeiingprogramma’s, ondersteuning en bedrijfsbegeleiding in het kader van ziektebewaking, identificatie en registratie van dieren) alsook aan het Sciensano (nationaal referentielaboratorium in het kader van dierziekten en zoönosen, epidemiologisch onderzoek en risicoanalyse en trekt hier jaarlijks meer dan € 10 miljoen voor uit.



Blauwtong

Blauwtong (BT) of catarrhaalkoorts is een virale infectie die vooral runderen en schapen treft. De symptomen zijn over het algemeen meer uitgesproken bij schapen. De ziekte werd in 2006 voor het eerst in België vastgesteld. Het jaar erop heeft de ziekte zich aan sneltempo verspreid over het hele land, met grote economische en zoötechnische verliezen voor de betrokken sectoren tot gevolg. Deze diergezondheidssituatie werd een halt toegeroepen door middel van verschillende maatregelen, waaronder een vaccinatiecampagne tegen het aanwezige serotype (Bluetongue Virus- 8: BTV-8). In 2018 kende België opnieuw een insleep van BTV-8 en na twee jaar zonder enige vaststelling van het virus op ons grondgebied kreeg België in juni 2023 opnieuw de vrije status voor deze ziekte.

In oktober 2023 werd bevestigd dat serotype 3 van dit virus (BTV-3) in België aanwezig was. Door deze infectie verliest België het statuut ‘vrij van blauwtong’, waardoor er beperkingen gelden wat betreft de bewegingen van herkauwers naar bepaalde EU-lidstaten en derde landen. Dat heeft gevolgen voor de internationale handel. Het vectorseizoen 2023 is dan wel afgelopen, maar de ziekte zal tijdens de zomer van 2024 waarschijnlijk opnieuw opduiken, wanneer de vectorinsecten weer actief zijn. Dankzij de monitoring van de winterscreening van het FAVV kan de aanwezigheid van het virus in rundveebedrijven worden aangetoond; aangezien de klinische symptomen bij deze dieren minder uitgesproken zijn, kan er een schatting gemaakt worden van de populatie van geïnfecteerde herkauwers.

Momenteel bestaat er in Europa geen behandeling of vaccin tegen dit serotype. Het FAVV organiseert een regelmatige opvolging van de evolutie van deze problematiek: zo zijn er reeds stappen gezet om een vaccinatieplan tegen de ziekte mogelijk te maken.



Epizoötische hemorragische ziekte

De epizoötische hemorragische ziekte (EHD), waarvan de symptomen sterk lijken op die van blauwtong (BT), kwam in 2022 een eerste keer in Europa voor, maar werd tot op heden nog niet op ons grondgebied aangetroffen. Serotype 8 van dit virus waart momenteel rond in EU-lidstaten, zoals Frankrijk, waar in september 2023 voor het eerst een infectie gemeld werd. Dat aantal was tegen het einde van het jaar opgelopen tot 3.600 haarden.

Rekening houdende met de snelle opmars van de ziekte, volgt het FAVV de evolutie ervan binnen de EU op, en net zoals voor BT, bereidt het zich voor op een eventuele verspreiding binnen België tijdens het volgende vectorseizoen. Er bestaat momenteel geen toegelaten vaccin tegen deze ziekte. De huidige maatregelen hebben voornamelijk betrekking op het instellen van een gebied van 150 km rond de uitbraken, waaruit de beweging van dieren afkomstig uit dit gebied en die vatbaar zijn voor de ziekte slechts onder bepaalde voorwaarden toegelaten is.



Vogelgriep bezorgt ook in 2023 kopzorgen

Net als de voorgaande jaren, zorgde vogelgriep ook in 2023 voor een intensief werkjaar bij het FAVV, de pluimveesector en de andere betrokken actoren. Ook nu waren hoogpathogene virussen van het serotype H5 de boosdoener. Sciensano, dat het Belgische referentielaboratorium voor vogelgriep huisvest, bevestigde uitbraken bij pluimvee van 8 commerciële pluimveebedrijven en bij gehouden vogels van 11 hobbyhouders. Het beheer van de uitbraken kostte het FAVV zo’n 2,5 miljoen euro. Door de besmettingen moesten zo’n 390.000 vogels worden geëuthanaseerd.

Hoewel de meeste uitbraken bij pluimvee en gehouden vogels plaatsvonden in de herfst- en de wintermaanden, hebben deze H5-virussen wel het ganse jaar door gecirculeerd bij wilde vogels. In de monitoring van de wilde vogels, die de gewesten met de medewerking van het FAVV organiseren, werden in 2023 meer dan 180 besmette sites in het hele land gevonden. Veel vogelsoorten, in het bijzonder meeuwen en andere kustvogels, kregen het hard te verduren.

De aanwezigheid van virus bij wilde vogels het jaar rond, maakt dat de besmettingsdruk op en rond pluimveehouderijen ook het hele jaar door hoog is. Het FAVV legde dan ook strikte maatregelen op in de pluimveesector om het aantal besmettingen zo laag mogelijk te houden en bij een uitbraak een verdere verspreiding van het virus tegen te gaan. Commerciële houderijen moesten hun pluimvee maandenlang op stal houden of afschermen van wilde vogels. Preventie stond hoog op de agenda en werd ook volop gepromoot door het FAVV. Het Agentschap lanceerde in samenwerking met DGZ en ARSIA, die belangrijke partners zijn in de officiële dierengezondheidszorg van landbouwdieren in ons land, een tool die dierenartsen en pluimveehouders helpt om de bioveiligheid op de pluimveehouderijen te monitoren en te benchmarken. Op termijn moet dit helpen om het niveau van bioveiligheid in de pluimveesector dat al hoog is, nog verder op te krikken.

De verhoogde besmettingsdruk gedurende het ganse jaar betekent ook een toegenomen impact op de uitvoer van gevogelte en daarvan afgeleide producten. Telkens een uitbraak is op ons grondgebied wordt vastgesteld, worden beperkende maatregelen opgelegd door derde landen die dikwijls verder gaan dan wat voorzien is in de Europese regelgeving. Zo leggen heel wat landen een embargo op voor het volledige grondgebied en kan dit aangehouden worden tot na het moment dat België officieel terug vrij is beschouwd volgens de Internationale dierengezondheidsorganisatie. Het FAVV doet er alles aan om de impact van dergelijke embargo’s te beperken, en dit in nauwe samenwerking met de Europese Commissie.

Een belangrijke evolutie in 2023 was dat ook zoogdieren meer en meer in het vizier zijn gekomen van de huidige H5-virussen. Verspreid over de hele wereld werden ziekte en dikwijls hoge sterfte gemeld bij verschillende soorten zeezoogdieren en carnivoren, die besmet waren door het verorberen van geïnfecteerde vogels. Ook in ons land laten de gewesten daarom sinds 2022 de kadavers van onder meer wilde vossen, bunzings, marters en fretten systematisch onderzoeken op vogelgriep. En met reden: Sciensano identificeerde het vogelgriepvirus bij 17 vossen en 2 bunzings.

Dergelijke besmettingen met vogelgriepvirussen bij zoogdieren zijn verontrustend. Ze verhogen het risico dat deze virussen zich aanpassen aan de mens en daardoor kunnen springen van mens tot mens. In het slechtste geval kan er daardoor een wereldwijde grieppandemie op gang komen met een griepvirus waartegen de bevolking geen immuniteit heeft. De Covid-19 pandemie heeft geïllustreerd welke impact dat kan hebben.

De overheden in ons land bereiden zich voor op dit worst case scenario. In 2023 werd de aanzet gegeven voor een gezamenlijke zgn. “One health” aanpak op Belgisch niveau. Daarbij is het de bedoeling dat alle betrokken federale en gefedereerde   gezondheidsdiensten van ons land samen vogelgriep monitoren en beheren, zowel vanuit het oogpunt van de volksgezondheid als de dierengezondheid. Een belangrijke schakel op het vlak van de risico-evaluatie van vogelgriep bij dieren is daarbij de RAG-V-EZ (Risk Assessment Group – Veterinary – Emerging Zoonoses), de Belgische multidisciplinaire referentiegroep op het gebied van opkomende zoönoses, dit zijn dierziekten die ook bij de mens problemen kunnen veroorzaken. Deze adviesgroep is door het FAVV samen met de FOD Volksgezondheid, de regionale instanties voor het beheer van de wilde fauna en Sciensano opgericht en werkt ook samen nauw met de RAG van de volksgezondheid. Dit expertenplatform heeft in 2023 veel aandacht besteed aan vogelgriep en nuttige risicobeoordelingen en aanbevelingen verstrekt.

En tenslotte is er ook goed nieuws te melden op het vlak van de preventie van vogelgriep. Vaccinproducenten hebben in 2023 grote stappen voorwaarts gezet bij de ontwikkeling van moderne vaccins die moeten helpen om pluimvee en andere vogels te beschermen tegen een besmetting. Er lopen momenteel veldproeven in verschillende Europese lidstaten, die de veiligheid en de efficiëntie van deze nieuwe vaccins in praktijkomstandigheden moeten aantonen. In ons land en veel andere Europese lidstaten zijn ondertussen gepsrekken lopend hoe deze nieuwe vaccins in de toekomst efficiënt kunnen worden ingezet om de dreiging van vogelgriep mee in te dijken. Hierbij moet ook rekening gehouden worden met de mogelijke impact op de export aangezien veel derde landen geen producten willen invoeren die afkomstig zijn van gevaccineerde dieren. Wordt ongetwijfeld vervolgd!

Belangrijke informatie zoals recent nieuws, te nemen maatregelen, veelgestelde vragen en contactnummers zijn te vinden op de website van het FAVV.



Activiteiten van de Risk Assessment Group – Veterinary – Emerging Zoonoses (RAG-V-EZ)

Een zoönose is een infectieziekte die van dier op mens kan overgaan en vice-versa. De RAG-V-EZ volgt de epidemiologische evolutie van zoönotische organismen bij dieren (gezelschapsdieren, nutsdieren en wilde dieren) op, en dit zowel in België als internationaal, om de meeste efficiënte bewaking en anticipatieve reactie voor te bereiden. Deze proactieve werkzaamheden bestaan uit risicobeoordeling over de zoönose in kwestie, voorstellen voor monitoring en/of surveillance plannen en het formuleren van beheersopties. Meer informatie over de oprichting van het RAG-V-EZ vindt u terug in het jaarverslag 2022.

De hele wereld wordt momenteel getroffen door de ergste epidemie van hoogpathogene aviaire influenza (vogelgriep) bij vogels die ooit is geregistreerd. Bovendien zijn er daarbij steeds meer meldingen van infecties bij zoogdieren. Bijgevolg heeft de RAG-V-EZ tijdens het voorbije jaar veel aandacht besteed aan de mogelijke zoönotische risico’s van aviaire influenza. Zo werden onder mee 2 risicobeoordelingen gepubliceerd omtrent zoönotische risico's van zoogdierinfecties met hoog pathogene aviaire influenza, een opinie omtrent zoönotische en omgekeerde zoönotische risico's van varkensinfluenzavirussen en een FAQ document.

Meer informatie over de werking van de RAG-V-EZ, zijn samenstelling en de gepubliceerde documenten kan worden gevonden op de FAVV-website.




Plantengezondheid

Toezicht op schadelijke organismen voor planten

Het FAVV voert jaarlijks analyses uit op planten, plantaardige producten, grond en andere materialen (houten verpakkingsmateriaal, paletten...) die drager kunnen zijn van plantenziekten en plagen. De monsternemingen worden verricht bij invoer, bij producenten, in opslagplaatsen, in verzendingscentra, in openbaar groen en in bossen. Meer informatie hierover kan u terugvinden op de pagina "Plantenziekten".

Het toezicht heeft als doel uitbraken van quarantaineorganismen vroegtijdig op te sporen zodat ze kunnen worden uitgeroeid. Het laat eveneens toe op internationaal vlak te waarborgen dat onze planten en plantaardige producten aan de wettelijke vereisten voldoen. Een aanzienlijk aantal monsternemingen, in het bijzonder bij de teelt van aardappelpootgoed, wordt door het FAVV aan de gewesten gedelegeerd. Anderzijds voert het FAVV controles uit op RNQP (Regulated non-quarantine pests of gereglementeerde niet-quarantaineorganismen ) in opdracht van de gewesten in de productie van teeltmateriaal van niet-gecertificeerde fruitplanten, sierplanten en boomkwekerijgewassen en bij de invoer van teeltmateriaal van buiten de Europese Unie.


Fytosanitaire producten

Een memorandum voor een beter beheer van incidenten met gewasbeschermingsmiddelen

In oktober 2023 ondertekenden het FAVV, de fabrikanten, de distributeurs en de gebruikers van gewasbeschermingsmiddelen een memorandum over de opvolging van incidenten met gewasbeschermingsmiddelen en middelen met een fytofarmaceutische werking. Het memorandum heeft als doel de sector van gewasbeschermingsmiddelen veiliger te maken door een betere samenwerking tussen alle partijen, meer transparantie en concrete afspraken om incidenten te voorkomen of tenminste de impact ervan te verlagen.

Pesticiden of gewasbeschermingsmiddelen worden ingezet om plantenziekten en -plagen te bestrijden. De handel en het gebruik van deze producten zijn strikt gereglementeerd. In Europa bestaat een toelatingssysteem waarbij een gewasbeschermingsmiddel slechts in de handel mag worden gebracht als het gebruik ervan aanvaardbaar wordt geacht voor de gezondheid en het milieu.

In het verleden hebben een aantal incidenten met gewasbeschermingsmiddelen (bv. een contaminatie met niet-toegelaten actieve stoffen) een grote impact gehad op de landbouwsector en de voedselketen, vooral wanneer het incident midden in het oogstseizoen werd ontdekt en dus tot aanzienlijke verliezen voor de landbouwers en de agrovoedingssector kon leiden.

Het FAVV en de sectororganisaties hebben daarom een memorandum opgesteld waarin ze verbintenissen aangaan om zowel een onaangepast gebruik van pesticiden te voorkomen als de gevolgen voor de gebruikers, en onrechtstreeks de consumenten, in het geval van een incident te beperken.

Dit memorandum omvat onder meer de volgende verbintenissen:
  • het verhandelen en/of het gebruik van niet-conforme gewasbeschermingsmiddelen voorkomen door de kennis over deze producten te verbeteren. Er worden niet alleen inspanningen geleverd om de gebruikers te informeren, maar ook om de autocontrole te versterken;
  • gewasbeschermingsmiddelen die een potentieel risico vormen voor de volksgezondheid of de voedselveiligheid zo vroeg mogelijk opsporen en snel handelen;
  • een digitaal systeem ontwikkelen voor het traceren en volgen van producten doorheen de distributieketen;
  • de communicatie en de samenwerking bevorderen door een platform op te richten met alle betrokken partijen.
   
Onze missie is ervoor zorgen dat alle actoren van de keten aan de consument en aan elkaar een optimale zekerheid geven dat levensmiddelen, dieren, planten en producten die ze consumeren, houden of gebruiken, betrouwbaar, veilig en beschermd zijn, nu en in de toekomst.

ONZE SITES : - FAVV
- Wetenschappelijk Comité
- Foodweb
CONTACT :
- De woordvoerders
- Lokale controle-eenheden (LCE)
- Interne en externe laboratoria
- Het meldpunt voor de consument
- De ombudsdienst voor de operatoren


 
  Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen  |  Toegankelijkheidsverklaring  |  Ons cookiebeleid  |  Gebruiksvoorwaarden & disclaimer