www.favv.be       FAVV - BUSINESSPLAN 2015-2017
Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
Zoeken van A tot Z
FR NL DE EN



  Thema 2: Een gepast wetgevend kader en flankerende maatregelen voor een betere veiligheid van de voedselketen Afdrukbare versie   |   Laatst bijgewerkt op 22.04.2016

Visie

Controles en inspecties zijn noodzakelijk voor de bewaking van de voedselketen maar hebben slechts maximaal effect indien ze in een meer algemeen beleid en een goede juridische context ingebed zijn, samen met flankerende maatregelen die het de operatoren mogelijk moeten maken zich in regel te stellen met de wetgeving.

Wet- en regelgeving zijn maar efficiënt afdwingbaar indien er een maatschappelijk draagvlak voor bestaat. Het FAVV zal het overlegmodel waarbij alle belanghebbenden, zowel operatoren als consumenten, voldoende aan bod komen bij de uitwerking van maatregelen onverkort verder zetten. Dit moet garanderen dat maatregelen doeltreffend zijn, proportioneel met het te bereiken doel en binnen de grenzen bepaald door de Europese regelgeving blijven.

In de mate van het mogelijke zal de voorkeur gegeven worden aan een resultaatsverbintenis boven een middelenverbintenis.

Het hygiënepakket is een uitgebreide verzameling van voorschriften die voor het grootste deel hun nut bewezen hebben, maar in een aantal gevallen niet volledig aangepast zijn aan de huidige technologische ontwikkelingen. Het FAVV zal binnen zijn mogelijkheden streven naar het bijsturen van de EU-wetgeving om rekening te houden met nieuwe ontwikkelingen en specifieke Belgische omstandigheden. Daar waar de Europese regelgeving de ruimte laat voor een nationaal beleid of uitzonderlijke omstandigheden dit vereisen zal steeds een zorgvuldige afweging tussen de verschillende aspecten gemaakt worden. De veiligheid van de voedselketen, rekening houdend met alle elementen van het voorzorgsbeginsel, zal bepalend zijn voor de minimale vereisten, maar eenmaal voldoende garanties gegeven zijn zal de nadruk liggen op de haalbaarheid en de afdwingbaarheid van de maatregelen, de administratieve vereenvoudiging, het vermijden van gold-plating en de ondersteuning van Belgische bedrijven.

Het FAVV zal bij onderhandelingen over de EU regelgeving streven naar een ‘level playing field’ voor de EU-markt en zal waar mogelijk een teveel aan regelgeving vermijden. Waar verantwoord zal geopteerd worden voor de mogelijkheid van nationale afwijkingen.

Autocontrole blijft de hoeksteen van het beleid, gebaseerd op duidelijke resultaatsverbintenissen, aangepast aan de specifieke situatie van de operatoren. Het op de markt brengen van veilige levensmiddelen is een duidelijke resultaatsverbintenis zoals het implementeren van een doeltreffend HACCP-systeem dat is of het nemen van doeltreffende maatregelen indien niet conforme producten toch aan de controle van het bedrijf zouden ontsnappen.

Het hygiënepakket legt naast doelstellingen ook duidelijke middelenverbintenissen op door het opleggen van specifieke voorschriften, die ook gerespecteerd moeten worden.

Het inzetten van de juiste middelen om te kunnen voldoen aan de resultaatsverbintenissen en in het bijzonder de implementatie van HACCPsystemen is, zeker voor kleinere bedrijven, niet altijd makkelijk. Daarom zullen in de looptijd van het huidige businessplan de gidsen een zeer belangrijk instrument blijven die verder moeten evolueren. Zij moeten ook een didactisch instrument zijn. Voor de B2C sector zal nagegaan worden hoe de drempel verlaagd kan worden zonder het niveau van veiligheid te verminderen door de nadruk op de hygiënevoorschriften te leggen gecombineerd met een verder vereenvoudigde HACCP-aanpak. Daarnaast zal de complementariteit tussen de autocontrolegidsen en de ‘private’ lastenboeken verder versterkt moeten worden zodat zij een coherent geheel met een minimum aan administratieve lasten vormen.

Ook de certificatie blijft een belangrijk instrument om de correcte implementatie van autocontrolesystemen te waarborgen.

De operatoren van de voedselketen zijn geen homogene groep van bedrijven. En niet alleen omdat ze veel verschillende producten en productiewijzen hebben maar ook omdat zij een heel verschillend gedrag vertonen. Het FAVV zal meer inzetten op een beleid dat rekening houdt met de segmentatie van operatoren op basis van hun houding ten opzichte van de verplichtingen betreffende veiligheid van de voedselketen.

Het FAVV heeft in het verleden heel wat inspanningen gedaan om voor verschillende doelgroepen en via verschillende kanalen te communiceren met de belanghebbenden en hen diverse vormingen aan te bieden. Gelet op de snelle evolutie en digitalisering van de media moet een globale informatiestrategie uitgewerkt worden waarbij de meting van de impact een instrument moet worden om dit beleid te sturen.

Een goed uitgebouwde en doeltreffende traceerbaarheid in alle schakels van de keten is de enige garantie om snel tussen te kunnen komen ingeval van incidenten zonder dat draconische maatregelen noodzakelijk zijn. Dit kan enkel indien de bedrijven hun interne en externe traceerbaarheid optimaal ontwikkeld hebben en deze informatie voldoende snel aan het FAVV over kunnen maken. Doorgedreven oefeningen blijven een nuttig middel, maar moeten aangevuld worden met afspraken afgestemd op de verschillende sectoren over de snelle uitwisseling van gegevens.

Het FAVV zal bij het beheersen van incidenten waar geen volledige risicobeoordeling mogelijk is blijvend het voorzorgsbeginsel toepassen en rekening houden met alle factoren en beginselen die daarmee verband houden (COM 2000-1).

De veiligheid van de voedselketen is bij uitstek een internationale aangelegenheid. Het is dan ook belangrijk dat het FAVV over een internationaal netwerk beschikt dat toelaat om meer impact te hebben op besluitvorming op EU-niveau en export te faciliteren.



Strategische en operationele doelstellingen
     
S2.1 De regelgeving uitgewerkt door het FAVV of die uitgewerkt zal worden, zal ofwel voldoen aan de basisprincipes: juridisch sluitend, duidelijk, efficiënt, proportioneel aan het beoogde doel, met een minimum aan administratieve lasten en gericht op het behalen van doelstellingen ofwel daaraan aangepast worden. Dezelfde principes zullen verdedigd worden voor Belgische en Europese regelgeving waaraan het FAVV meewerkt.
  O2.1.1 Permanente evaluatie van het bestaand reglementair kader om aan de principes van de strategische doelstelling te voldoen.
  O2.1.2 De richtlijnen worden tijdig omgezet en waar verordeningen het voorzien, worden de nodige nationale maatregelen als aanvulling op EU-verordeningen voorzien.
     
S2.2 De operatoren actief in de voedselketen beschikken over alle nodige instrumenten om een autocontrolesysteem uit te werken conform aan de regelgeving en moeten in staat zijn om deze op een betrouwbare wijze te laten valideren.
  O2.2.1 De instrumenten voor de implementatie van autocontrolesystemen zijn beschikbaar, afgestemd op de noden (zowel qua complexiteit als qua type operator), eenvoudig bruikbaar met een minimum aan administratieve lasten en worden samen met de validatie actief gepromoot.
  O2.2.2 Er is een bewaking door het FAVV van de geloofwaardigheid van de validatie door OCI’s.
  O2.2.3 Invoeren van de verplichte validatie van het autocontrolesysteem voor activiteiten die een bijzondere aandacht vragen, zoals de productie en/of export van bepaalde soorten levensmiddelen of op vraag van de sectororganisaties.
     
S2.3 Het FAVV beschikt over een vormings- en informatiebeleid dat de transparantie garandeert, de consumenten de informatie geeft om veilig om te gaan met levensmiddelen en de operatoren de middelen ter beschikking stelt om aan de regelgeving te voldoen.
  O2.3.1 Integratie van de communicatie via verschillende media in één globale strategie met meetbare doelstellingen.
  O2.3.2 Een gedifferentieerd vormings- en voorlichtingsaanbod gericht op verschillende doelgroepen is beschikbaar met bijzondere aandacht voor zowel de starters als de operatoren die bijgestuurd moeten worden en dit in overleg met de andere betrokken overheden en sectororganisaties.
     
S2.4 Het FAVV is voldoende voorbereid op het beheersen van incidenten en crisissen.
  O2.4.1 Het FAVV beschikt over een beleid gericht op het maximaal voorkomen van incidenten en crisissen door het efficiënt opvangen van signalen die indicaties geven over het mogelijk voorkomen van bepaalde gevaren.
  O2.4.2 Het FAVV beschikt over actuele crisisscenario’s, een structuur om incidenten en crisissen te beheren en toetst de paraatheid van zowel de organisatie als de operatoren door het regelmatig organiseren van oefeningen.
  O2.4.3 Het FAVV is een actieve partner in het verbeteren van het beheer van voedseltoxi-infecties.
     
S2.5 Het internationaal netwerk van het FAVV is uitgebouwd en laat toe dat het Belgisch beleid op internationaal niveau ondersteund wordt.
  O2.5.1 Het netwerk binnen de EU in het kader van de HoA, CVO, COPHS, SCOPAFF en binnen de Codex Alimentarius onderhouden en waar mogelijk verder uitbreiden.
 
   
Onze opdracht is te waken over de veiligheid in de voedselketen en de kwaliteit van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant.

ONZE SITES : - FAVV Professionelen
- FAVV Consumenten
- De smiley
- Foodweb
- FAVV Enquêtes
CONTACT :
- De woordvoerders
- Provinciale controle-eenheden (PCE)
- Interne en externe laboratoria
- Het meldpunt voor de consument
- De ombudsdienst voor de operatoren