www.favv.be       FAVV - ACTIVITEITENVERSLAG 2015
Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
ZOEKMOTOR
A tot Z
FR NL



 

Slachtingen Afdrukbare versie   |   Laatst bijgewerkt op 04.07.2016

 

Keuring
Noodslachtingen
Particuliere slachtingen
Slachten op de productieplaats
Slachten van gekweekt wild
Wildbewerkingsinrichtingen


Aantal slachthuizen :

2012 2013 2014 2015
Erkende slachthuizen voor als landbouwhuisdier gehouden hoefdieren 65 66 65 63
Erkende slachthuizen voor pluimvee en konijnen 50 49 43 39
Totaal 115 115 108 102

Keuring


Alle dieren moeten voor en na het slachten worden onderzocht tijdens de zogenaamde keuring. De bedoeling van deze keuring is vooral de bescherming van de volksgezondheid te waarborgen door vlees dat abnormaliteiten vertoont, besmet is met ziekteverwekkers of residuen van diergeneesmiddelen of contaminanten bevat, uit te sluiten voor menselijke consumptie.

Voor een aantal ziekten worden specifieke onderzoeken verricht: karkassen van varkens en éénhoevigen worden onder zocht op de aanwezigheid van trichinen (rondwormen), runderkarkassen worden onderzocht op de aanwezigheid van cysticercen (larvale tussenstadia van lintwormen).

De keuring wordt meestal door een zelfstandige dierenarts met opdracht uitgevoerd (officiële dierenarts).

Naast de keuring zelf voert de officiële dierenarts ook inspecties uit op de voedselketeninformatie (VKI), het dierenwelzijn, het gespecificeerd risicomateriaal (maatregelen tegen de gekkekoeienziekte) en andere bijproducten, laboratoriumtests, de hygiënische werkwijze, de infrastructuur en de autocontrole.

 

Gekeurde karkassen

In beslag genomen karkassen

Runderen

 519.402

 2.041 (0,4%)

Kalveren

 355.545

 283 (0,1%)

Varkens

 11.918.915

 32.205 (0,3%)

Paarden

 8.540

 77 (0,9%)

Schapen

 128.262

 147 (0,1%)

Geiten

 11.711

 55 (0,5%)

Gevogelte

 307.538.818

 3.585.134 (1,2%)

Konijnen

 3.010.412

 53.784 (1,8)


De belangrijkste oorzaken van afkeuring waren:

  • gestorven dieren (zowel dood aangevoerde dieren als dieren die na hun aankomst in het slachthuis zijn gestorven zonder te zijn geslacht),
  • een gegeneraliseerde ziekte,
  • sterk vermagerde dieren,
  • een mogelijk risico voor de gezondheid van mens of dier.
 

Naast de werkzaamheden uitgevoerd door de zelfstandige dierenarts met opdracht permanent aanwezig zijn tijdens de slachtactiviteiten, worden er ook inspecties uitgevoerd door dierenartsen van het Agentschap.

 

Aantal missies

Aantal operatoren

3.339

102


  Aantal checklists Gunstige checklists

Dierenwelzijn

4.051

niet van toepassing 

Infrastructuur, inrichting en hygiëne

610

88,0%

Dierlijke bijproducten niet bestemd voor menselijke consumptie: afvalbeheer 297 96,3%

Autocontrolesysteem

184

88,0%

Verpakking en etikettering (inclusief handelsnormen)

297

100%

Traceerbaarheid (identificatie en registratie inbegrepen)

305

98,7%

Meldingsplicht

299

100%

Vervoer

266

96,6%

Totaal

2.258

94,7%

Deze resultaten zijn vergelijkbaar met deze van 2014, behalve voor wat betreft de inspecties van de infrastructuur, inrichting en hygiëne in de slachthuizen van pluimvee en konijnen die minder goed zijn (-4,2%).

Details per type activiteit

  Aantal checklists Gunstige checklists

Hygiëne bij het slachten

302

99,0%

Infrastructuur, inrichting en hygiëne in de slachthuizen van als landbouw huisdier gehouden hoefdieren

175

75,4%

Infrastructuur, inrichting en hygiëne in de slachthuizen van pluimvee en konijnen

133

79,7%



Maatregelen

 

Aantal maatregelen

Waarschuwingen

71

Inbeslagnemingen

1

PV’s

16

Andere

11

Totaal

99

 

Noodslachtingen

Met uitzondering van varkens, mogen gezonde dieren die een ongeval gehad hebben en daardoor om welzijnsredenen niet levend naar het slachthuis kunnen vervoerd worden, buiten het slachthuis geslacht worden (noodslachtingen) om nadien naar het slachthuis te worden gebracht voor de keuring.

In 2015 werden noodslachtingen uitgevoerd op 2.606 runderen, 110 kalveren en 1 éénhoevige.


Particuliere slachtingen

Particuliere slachtingen zijn slachtingen van dieren waarvan het vlees uitsluitend bestemd is voor de eigenaar en zijn gezin.

Varkens, schapen en geiten mogen door een particulier thuis worden geslacht maar de slachting moet vooraf worden aangegeven bij de gemeente. De thuisslachting van runderen en éénhoevigen (paarden, ezels, …) is verboden. De thuisslachting van gevogelte en konijnen waarvan het vlees bestemd is voor het gezin is eveneens toegelaten en niet onderworpen aan een specifieke slachtaangifteplicht bij de gemeente.

Particuliere slachtingen kunnen ook in het slachthuis worden uitgevoerd.

In 2015 werd een particuliere slachting in het slachthuis uitgevoerd voor 43.303 stuks pluimvee, 6.612 runderen, 2.300 schapen, 1.013 lagomorfen, 316 varkens, 87 kalveren, 12 éénhoevigen en 6 geiten.



Slachten op de productieplaats

Producenten van gevogelte of konijnen kunnen de toelating krijgen om kleine hoeveelheden eigen dieren te slachten op hun bedrijf. De verkoop van uitsluitend volledige karkassen mag slechts in kleine hoeveelheden gebeuren en aan de eindconsument, ofwel in de productieplaats ofwel op de lokale markt.

Aantal missies Aantal operatoren
2 2


  Aantal checklists Gunstige checklists
Autocontrolesysteem 1 100,0%
Dierenwelzijn 1 NVT
Infrastructuur, inrichting en hygiëne 1 100,0%
Meldingsplicht 1 100,0%
Vervoer 2 100,0%
Totaal 6 100,0%




Slachten van gekweekt wild

Loopvogels (struisvogels, nandoes, …) en gekweekte hoefdieren (everzwijnen, reeën, …) die niet kunnen worden vervoerd omwille van een risico voor de vervoerder of om welzijnsredenen, kunnen op de plaats van oorsprong in aangepaste lokalen worden geslacht waarbij het slachten onder hygiënische omstandigheden moet te gebeuren.

Aantal missies

Aantal operatoren

7

7

 

  Aantal checklists Gunstige checklists

Dierenwelzijn

6

niet van toepassing

Infrastructuur, inrichting en hygiëne

6

100%

Meldingsplicht

7

100%

Autocontrolesysteem

5

100%

Totaal

24

100%



Wildbewerkingsinrichtingen

In ieder jachtteam moet iemand aanwezig zijn die een opleiding inzake volksgezondheid en hygiëne gevolgd heeft (behalve als het wild bestemd is voor de persoonlijke consumptie van de jager). Alleen wild dat vergezeld is van een verklaring van een persoon die de opleiding gevolgd heeft, kan aan een erkende wildverwerkingsinrichting worden verkocht of in kleine hoeveelheden aan een particulier als eindverbruiker, met uitzondering van iedere andere eindverbruiker (restaurant, markt, slager, kantine,...). Voor elk everzwijn dat aan een eindverbruiker verkocht wordt, moet er systematisch op vraag van de persoon die een opleiding volgde een onderzoek op trichinen worden uitgevoerd en het resultaat ervan aan de consument moet worden meegedeeld.

De met opdracht belaste dierenarts voert een gezondheidsonderzoek uit op het vrij wild in de wildbewerkingsinrichting. Dreigend of bevestigd bederf zijn de belangrijkste redenen voor afkeuring en dus uitsluiting uit de voedselketen.


Vrij wild afgeleverd in de wildbewerkingsinrichtingen

  Afgeleverde stukken Inbeslagnemingen
Hertachtigen

14.000

82 (0,6%)

Everzwijnen

6.546

163 (2,5%)

Klein haarwild

16.260

98 (0,6%)

Klein vederwild

413.425

4.669 (1,1%)

Totaal

450.849

5.065 (1,1%)


Voor klein wild is een abnormale kleur of geur van het vlees veruit de meest vaak voorkomende reden voor inbeslagname bij de keuring, terwijl voor grof wild de officiële dierenarts meestal karkassen van de voedselketen moet uitsluiten door uitgebreide bezoedeling.
 
   
Onze opdracht is te waken over de veiligheid in de voedselketen en de kwaliteit van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant.

ONZE SITES : - FAVV Professionelen
- FAVV Consumenten
- De smiley
- Wetenschappelijk Comité
- Foodweb
- FAVV Enquêtes
CONTACT :
- De woordvoerders
- Provinciale controle-eenheden (PCE)
- Interne en externe laboratoria
- Het meldpunt voor de consument
- De ombudsdienst voor de operatoren