|
|
Ten dienste van |
Ten dienste van |
Internationale |
Inspecties | gezondheid, CVTI |
Monsternemingen en analyses |
Controles bij invoer |
Fraudebestrijding | Barometers |
Slachtingen Afdrukbare versie | Laatst bijgewerkt op
19.06.2017
Slachthuizen Hieronder vallen de slachthuizen voor runderen, varkens, schapen en geiten, paarden, pluimvee, konijnen, gekweekt wild en loopvogels, alsook het warm vervoer van varkensvlees. Keuring Alle dieren moeten voor en na het slachten worden onderzocht tijdens de zogenaamde keuring. De bedoeling van deze keuring is vooral de bescherming van de volksgezondheid te waarborgen door vlees dat abnormaliteiten vertoont, besmet is met ziekteverwekkers of residuen van diergeneesmiddelen of contaminanten bevat, uit te sluiten voor menselijke consumptie. Voor een aantal ziekten worden specifieke onderzoeken verricht: karkassen van varkens en éénhoevigen worden onderzocht op de aanwezigheid van trichinen (rondwormen), runderkarkassen worden onderzocht op de aanwezigheid van cysticercen (larvale tussenstadia van lintwormen). De keuring wordt meestal door een zelfstandige dierenarts met opdracht uitgevoerd (officiële dierenarts). Naast de keuring zelf voert de officiële dierenarts ook inspecties uit op de voedselketeninformatie (VKI), het gespecificeerd risicomateriaal (maatregelen tegen de gekkekoeienziekte) en andere bijproducten, laboratoriumtests, de hygiënische werkwijze, de infrastructuur en de autocontrole. Als een inbreuk wordt vastgesteld op het vlak van dierenwelzijn, dan worden de gewesten hiervan op de hoogte gebracht.
De belangrijkste oorzaken van afkeuring waren:
Naast de werkzaamheden uitgevoerd door de zelfstandige dierenartsen met opdracht die permanent aanwezig zijn tijdens de slachtactiviteiten, worden er ook inspecties uitgevoerd door dierenartsen van het Agentschap. Inspectieresultaten
Details inspectieresultaten infrastructuur, inrichting en hygiëne per type activiteit
Maatregelen ingevolge non-conformiteiten
De inspectieresultaten van 2016 zijn vergelijkbaar met deze van 2015. Noodslachtingen Met uitzondering van varkens, mogen gezonde dieren die een ongeval gehad hebben en om welzijnsredenen niet levend naar het slachthuis kunnen vervoerd worden, buiten het slachthuis geslacht worden (noodslachtingen) om nadien naar het slachthuis te worden gebracht voor de keuring. In 2016 werden noodslachtingen uitgevoerd op 2.640 runderen, 146 kalveren en 2 paarden. Particuliere slachtingen Particuliere slachtingen zijn slachtingen van dieren waarvan het vlees uitsluitend bestemd is voor de eigenaar en zijn gezin. Varkens, schapen en geiten mogen door een particulier thuis worden geslacht, maar de slachting moet vooraf worden aangegeven bij de gemeente. De thuisslachting van runderen en éénhoevigen (paarden, ezels…) is verboden. De thuisslachting van gevogelte en konijnen waarvan het vlees bestemd is voor het gezin is eveneens toegelaten en niet onderworpen aan een specifieke slachtaangifteplicht bij de gemeente. Particuliere slachtingen kunnen ook in het slachthuis worden uitgevoerd. In 2016 werd een particuliere slachting in het slachthuis uitgevoerd voor 39.655 stuks pluimvee, 9.450 schapen, 6.822 runderen, 920 lagomorfen, 565 varkens, 100 kalveren, 17 geiten en 13 éénhoevigen. Slachten op de productieplaats Hieronder valt het slachten van pluimvee, konijnen en gekweekt wild op het landbouwbedrijf. Producenten van gevogelte of konijnen kunnen de toelating krijgen om kleine hoeveelheden eigen dieren te slachten op hun bedrijf. De verkoop van uitsluitend volledige karkassen mag slechts in kleine hoeveelheden gebeuren en aan de eindconsument, ofwel in de productieplaats ofwel op de lokale markt. Loopvogels (struisvogels, nandoes…) en gekweekte hoefdieren (everzwijnen, reeën…) die niet kunnen worden vervoerd omwille van een risico voor de vervoerder of om dierenwelzijnsredenen, kunnen op de plaats van oorsprong in aangepaste lokalen worden geslacht waarbij het slachten onder hygiënische omstandigheden dient te gebeuren. Inspectieresultaten
Maatregelen ingevolge non-conformiteiten
De inspectierestultaten van 2016 zijn vergelijkbaar met deze van 2015. |
|