www.favv.be       FAVV - ACTIVITEITENVERSLAG 2022
Federaal Agentschap voor de veiligheid van de voedselketen
HOME
FR NL



Dieren- en plantengezondheid Afdrukbare versie   |   Laatst bijgewerkt op 06.06.2023

De bewaking van de dieren- en plantengezondheid blijft een kernopdracht voor het FAVV. Dit is georganiseerd op basis van vooraf gedefinieerde programma’s die kaderen in een globaal sanitair beleid.

Deze bewaking laat toe op nationaal en internationaal vlak te garanderen dat onze dieren, planten, dierlijke en plantaardige producten aan de wettelijke voorschriften voldoen en is voor België ook belangrijk in het kader van de intracommunautaire handel en de uitvoer naar derde landen.


Dierengezondheid
Oekraïense gezelschapsdieren
Afrikaanse varkenspest
Triest record voor vogelgriep in 2022
Oprichting van de Risk Assessment Group – Veterinary – Emerging Zoonoses (RAG-V-EZ)
Project DEMAT: DEMATERIALISATIE VAN HET RUNDERPASPOORT

Plantengezondheid




Dierengezondheid

Het sanitaire beleid van het FAVV is erop gericht “de vrije” status voor dierziekten te behouden en het toepassingsgebied ervan uit te breiden. Het voorziet onder meer in onderzoek en systematische analyses in geval van abortus bij runderen en kleine herkauwers, een aangepaste wintercampagne bij runderen, bloedanalyses van runderen afkomstig uit landen die niet officieel vrij zijn van bepaalde ziekten bij hun binnenkomst in België en analyse en monitoring van nieuwe of opnieuw opkomende dierenziekten.

Het FAVV vertrouwt een belangrijk deel van het gezondheidstoezicht toe aan de gewestelijke verenigingen voor diergezondheid ARSIA en DGZ (monitoring en diagnose van meldingsplichtige ziekten, gerichte bewaking van ziekten in het kader van officiële surveillance en uitroeiingprogramma’s, ondersteuning en bedrijfsbegeleiding in het kader van ziektebewaking, identificatie en registratie van dieren) alsook aan het Sciensano (nationaal referentielaboratorium in het kader van dierziekten en zoönosen, epidemiologisch onderzoek en risicoanalyse en trekt hier jaarlijks meer dan € 10 miljoen voor uit.



Oekraïense gezelschapsdieren

Als gevolg van de conflicten in Oekraïne hebben België en andere Lidstaten in 2022 een groot aantal Oekraïense vluchtelingen opgenomen. Sommige vluchtelingen hadden hun huisdieren bij zich, waarvoor zij niet altijd de gebruikelijke invoerprocedure konden naleven.

Voor het FAVV was het belangrijk om de moeilijkheden voor de Oekraïense vluchtelingen te beperken en hun huisdieren zo goed mogelijk op te vangen, terwijl het risico op "invoer van rabiës" tot een minimum werd beperkt.

Echter, ondanks grootschalige vaccinatie van huisdieren en wilde dieren is Oekraïne niet vrij van rabiës, in tegenstelling tot België. Het is een ernstige ziekte die zowel dieren als mensen treft. Ieder jaar nog sterven er 55.000 personen aan deze ziekte.

Daarom was het van essentieel belang om de vaccinatie te organiseren voor de huisdieren die de Oekraïense vluchtelingen vergezelden en om de identificatie in orde te brengen indien dit niet het geval was. Derhalve heeft het Agentschap maatregelen ingesteld om de spoedige en vlotte regularisatie ervan mogelijk te maken. Het Agentschap heeft ook een forfaitair deel van de kosten voor rabiësvaccinatie (30 euro) ten laste genomen en het referentielaboratorium van Sciensano van zijn kant voert gratis titerbepalingen van antilichamen tegen rabiës uit wanneer nodig.

Bovendien heeft het Agentschap, in nauwe samenwerking met de beroepsorganisaties van dierenartsen, de Belgische bevolking en dierenartsen gesensibiliseerd over deze gemakkelijkere regularisatie. Samen met dezelfde organisaties heeft het ook informatieboekjes in het Oekraïens opgesteld om vluchtelingen te sensibiliseren en te informeren en ook om hen gerust te stellen over de zorg voor hun huisdieren.



Afrikaanse varkenspest

België heeft de Afrikaanse varkenspest (AVP) bij de wilde everzwijnen in één jaar tijd, tussen september 2018 en oktober 2019, uitgeroeid. Daarnaast heeft ze ook de introductie bij gedomesticeerde varkens kunnen voorkomen. Sinds eind 2020 is België officieel vrij van AVP. Ondanks dit succes heeft de Belgische varkensvleesexport nog steeds te lijden onder het embargo van 8 landen zoals China, Australië en Taiwan.

Op Europees en mondiaal vlak blijft het virus zich onverbiddelijk verspreiden. Het risico op een (her-)insleep bij everzwijnen of gedomesticeerde varkens in België blijft dus zeer groot, meer bepaald rekening houdende met de aanwezigheid van het AVP-virus in Italië en Duitsland op enkele honderden kilometers van onze grenzen, de resistentie-eigenschappen van AVP en de vele verplaatsingen van personen en goederen binnen Europa.

Daarom blijft het FAVV aandringen op ieders waakzaamheid om een nieuwe introductie op ons grondgebied te voorkomen.


Waakzaamheid op de varkensbedrijven

Op varkensbedrijven is ook in 2022 de waakzaamheid hoog gebleven.
Wanneer bedrijfsdierenartsen groepssymptomen (symptomen bij minstens 2 varkens) opmerken op een bedrijf en een behandeling willen starten moeten zij verplicht monsters voor AVP nemen alvorens de behandeling wordt gestart.

Daarnaast is een goeie bioveiligheid noodzakelijk om onze varkensbedrijven te beschermen tegen insleep van ziektes zoals AVP en werden bijgevolg de bioveiligheidsmaatregelen verstrengd. Iedereen die een varkensbedrijf betreedt moet de wettelijke bioveiligheidsmaatregelen correct toepassen. Ook is een regelmatige evaluatie van de bioveiligheid op varkensbedrijven van essentieel belang, om op die manier het niveau te behouden of te verbeteren.

Om dit te kunnen verwezenlijken moet, sinds juni 2021, iedere verantwoordelijke van een varkensbedrijf de bioveiligheid op zijn bedrijf verplicht jaarlijks door de bedrijfsdierenarts laten evalueren d.m.v. een enquête. Deze enquête wordt door het FAVV gefinancierd en ter beschikking gesteld via de Farmfitapplicatie van DGZ en ARSIA en is gebaseerd op de Biocheck van de UGent. Aan de hand van de bevindingen van de enquête stelt de bedrijfsdierenarts samen met de verantwoordelijke van het varkensbedrijf een actieplan op met het oog op de optimalisering van de bioveiligheid op het bedrijf. De resultaten van de enquête en het actieplan worden automatisch naar het FAVV gestuurd. Als de enquête niet (correct) wordt uitgevoerd, worden de varkensbedrijven geblokkeerd. Eind 2022 waren er nog 165 bedrijven geblokkeerd op een totaal van 5.647 varkensbedrijven die de bioveiligheidsenquête moesten invullen.


De rol van vervoerders

Verschillende uitbraken van AVP worden vastgesteld in de nabijheid van snelwegen in andere landen. Varkensvlees en vleesproducten van besmette dieren kunnen de varkens en wilde everzwijnen die ze consumeren besmetten. Daarom is het binnenbrengen van varkensvlees of varkensvleesproducten afkomstig uit een land/regio's waar de ziekte aanwezig is, verboden. Het is essentieel dat alle resten van maaltijden die met deze producten zijn bereid, in gesloten vuilnisbakken worden gedeponeerd, zodat dieren er niet bij kunnen.

Het is daarnaast ook verboden in contact te komen met varkens binnen de 72 uur na contact met een everzwijn.

Om deze informatie efficiënt te kunnen verspreiden heeft het FAVV informatieve brochures gemaakt in verschillende talen (in de 3 landstalen maar ook in vreemde talen zoals Engels, Pools, Roemeens...) voor zowel de veehouders, jagers, chauffeurs, het grote publiek en reizigers. Deze brochures zijn te vinden op onze website via de link: https://www.favv-afsca.be/avp/publicaties/brochures/.



Triest record voor vogelgriep in 2022

In 2022 zorgde het vogelgriepvirus voor een intensief werkjaar voor het FAVV, de pluimveesector en de andere betrokken actoren. Sciensano, dat het Belgische referentielaboratorium voor vogelgriep huisvest, bevestigde maar liefst 29 uitbraken bij pluimvee en andere gehouden vogels: 11 commerciële pluimveebedrijven, 7 vogelhandelaars, 10 hobbyhouders en 1 dierenpark. Het beheren van deze besmettingen kostte het FAVV zo’n 4 miljoen euro. Ruim 700.000 vogels moesten daarbij worden geëuthanaseerd.

Boosdoener was telkens een hoogpathogeen H5-virus. Dit type vogelgriep circuleert al langer bij migrerende watervogels en is in de loop der jaren agressiever geworden. Maar waar deze virussen voordien enkel bij pluimvee voor problemen zorgden, veroorzaken ze nu ook ernstige ziektetekens en veel sterfte bij wilde vogelsoorten waaronder ook soorten die in Europa blijven overwinteren. In de monitoring van de wilde vogels, die de gewesten met de medewerking van het FAVV organiseren, werden in 2022 meer dan 220 besmette sites in het hele land gevonden. Veel vogelsoorten, in het bijzonder koloniebroeders en roofvogels, kregen het hard te verduren.

De veel grotere aanwezigheid bij wilde vogels heeft ervoor gezorgd dat vogelgriep geen seizoensgebonden karakter meer toont. Hierdoor is het risico op een besmetting bij gehouden vogels ook fors toegenomen en worden nieuwe besmettingen het ganse jaar door gevonden.

Het FAVV besteedt daarom al langer veel aandacht aan (preventieve) maatregelen om ons pluimvee zoveel mogelijk te beschermen. De extra regels, die in het najaar van 2021 – bij het begin van deze epidemie – werden ingevoerd voor alle pluimveehouders, werden enkel in de zomermaanden wat versoepeld. Commerciële houderijen moesten bijvoorbeeld hun pluimvee maandenlang op stal houden of afschermen van wilde vogels.

Draconische maatregelen dus, die weliswaar geholpen hebben om het aantal besmettingen lager te houden dan in andere Lidstaten, maar die helaas niet kunnen voorkomen dat er nieuwe besmettingen opduiken. Deze H5-virussen zullen naar verwachting niet snel verdwijnen en het risico voor alle pluimveehouderijen in ons land blijft dan ook de komende jaren erg groot.

Het vogelgriepvirus heeft ook een grote impact op de export van pluimvee en afgeleide producten buiten Europa. Momenteel zijn er een tiental derde landen die een embargo hebben ingesteld voor gans het Belgische grondgebied of een deel daarvan. Zij volgen hierbij niet de richtlijnen die de Werelddierengezondheidsorganisatie heeft gepubliceerd, en die vertaald werden in de Europese wetgeving en consequent worden toegepast in België. Het FAVV levert grote inspanningen om de ingestelde embargo’s op te heffen of om de impact ervan te minimaliseren, en dit in nauwe samenwerking met de Europese Commissie.

Het FAVV neemt actief deel aan de oplossingen die kunnen worden gevonden om de gevolgen van de ziekte te beperken, meer bepaald door bijzondere aandacht te besteden aan vaccinatie en door de bioveiligheid van de houderijen te verbeteren, met name door een systeem van bioveiligheidsaudits in te stellen dat via een door het FAVV gefinancierde informaticatoepassing wordt uitgevoerd.



Oprichting van de Risk Assessment Group – Veterinary – Emerging Zoonoses (RAG-V-EZ)

Een zoönose is een infectieziekte die van dier op mens kan overgaan.

Toen tijdens de COVID-pandemie bleek dat ook dieren konden besmet worden met het SARS-CoV-2 virus (verantwoordelijk voor COVID-19 bij mensen), werd op voorstel van het FAVV en met diens ondersteuning, de Risk Assessment Group – COVID Animals (RAGCA) opgericht. Deze groep heeft verschillende risicobeoordelingen en adviezen uitgebracht over het risico en het beheer van SARS-CoV-2 besmettingen bij dieren.

Vertrekkend vanuit  de ervaring van de RAGCA tijdens de COVID-pandemie en het uitstekend werk dat deze groep had geleverd, wordt nu een nieuwe, soortgelijke multidisciplinaire referentiegroep opgericht: de Risk Assesment Group-Veterinary-Emerging zoonoes (RAG-V-EZ). De groep staat in voor de risicobeoordeling van opkomende zoönoses waarbij diergezondheidsbevoegdheden een rol spelen. Het toepassingsgebied wordt daarbij uitgebreid tot alle relevante opkomende zoönoses en bovendien zijn alle partners en autoriteiten op het gebied van diergezondheid in België (zowel gedomesticeerde dieren als wilde dieren) betrokken. De groep is dé referentie en dé veterinaire contactgroep voor deze materie.

Een belangrijke taak van de RAG-V-EZ bestaat uit het opvolgen van de epidemiologische evolutie van zoönotische organismen bij dieren (gezelschapsdieren, nutsdieren en wilde dieren), en dit zowel in België als internationaal. Op die manier kan, de meeste efficiënte bewaking opgebouwd worden en de gepaste anticipatieve reactie worden voorbereid. Indien er belangrijke feiten en epidemiologische gegevens van een zoönotisch organisme bij dieren beschikbaar zijn, zullen de politieke en administratieve autoriteiten daarover geïnformeerd worden en zal er een risicobeoordeling worden opgesteld over de zoönose en de diergezondheidsaspecten daarvan. Daarbij kunnen er ook voorstellen van monitoring en/of surveillanceplannen en beheersopties geformuleerd worden.

Het RAG-V-EZ werkt tevens in samenwerking met het RAG (volksgezondheid) die ook in de groep vertegenwoordigd is.

Meer informatie over de werking van de RAG-V-EZ, zijn samenstelling en de gepubliceerde documenten kan worden gevonden op de volgende website:
https://www.favv-afsca.be/professionelen/dierlijkeproductie/ragvez/.



Project DEMAT: DEMATERIALISATIE VAN HET RUNDERPASPOORT

De correcte identificatie en de registratie van runderen en hun traceerbaarheid zijn essentiële hoekstenen voor het bewaken van de diergezondheid, het bestrijden van dierziekten en voor hun toegang tot en traceerbaarheid in de voedselketen.

De individuele identificatie van runderen in België kent een heel lange geschiedenis die teruggaat naar de jaren 1960. Meer dan 50 jaar lang zijn Belgische rundveehouders vertrouwd met het houden van runderen met individuele oormerken en met een individueel “paspoort”. Bovendien is elk rund sinds 1990 individueel geregistreerd in een nationale databank (SANITEL®).

Maar ook de veehouderij ontsnapt niet aan de snelle (r)evolutie in de digitale wereld. In 2017 werd beslist om SANITEL verder te moderniseren en om rundveehouders nog beter en sneller toegang te verlenen tot de data over hun gehouden runderen, op die wijze dat het “papieren” paspoort overbodig zou worden en kan worden afgeschaft. Dit project werd genoemd “dematerialisatie van het runderpaspoort” en werd in 2022 na aanpassing van Sanitel en de wetgeving afgerond.

Sinds juni 2022 zijn de paspoorten voor runderen afgeschaft. Alle nationale bewegingen van runderen kunnen voortaan op voorhand digitaal geregistreerd worden zodat daarvoor geen document meer noodzakelijk is. Daarbij werd de generatie niet vergeten die liever nog niet digitaal wil gaan. Op vraag kunnen houders alsnog beschikken over een individueel “papieren” verplaatsingsdocument per rund.

Bij handel tussen lidstaten is vooralsnog wel een individueel identificatiedocument verplicht, samen met een gezondheidscertificaat. Ook hier zijn initiatieven lopende om deze handel en verplaatsingen te kunnen uitvoeren zonder papieren documenten.
Meer informatie vindt u op onze website op de pagina "Identificatie en registratie van runderen".




Plantengezondheid

Het FAVV voert jaarlijks analyses uit op planten, plantaardige producten, grond en andere materialen (houten verpakkingsmateriaal, paletten...) die drager kunnen zijn van plantenziekten en plagen. De monsternemingen worden verricht bij invoer, bij producenten, in opslagplaatsen, in verzendingscentra, in openbaar groen en in bossen. Meer informatie hierover is terug te vinden op de pagina "Plantenziekten".

Het toezicht heeft als doel uitbraken van quarantaineorganismen vroegtijdig op te sporen zodat ze kunnen worden uitgeroeid. Het laat eveneens toe op internationaal vlak te waarborgen dat onze planten en plantaardige producten aan de wettelijke vereisten voldoen. Een aanzienlijk aantal monsternemingen, in het bijzonder bij de teelt van aardappelpootgoed, wordt door het FAVV aan de gewesten gedelegeerd. Anderzijds voert het FAVV controles uit op RNQP (Regulated non-quarantine pests; NL: gereglementeerde niet-quarantaineorganismen) in opdracht van de gewesten in de productie van teeltmateriaal van niet-gecertificeerde fruitplanten, sierplanten en boomkwekerijgewassen en bij de invoer van teeltmateriaal van buiten de Europese Unie.


Tomato brown rugose fruit virus (ToBRFV)

In 2022 had de Belgische tomatenteelt, net zoals in 2021, te kampen met heel wat uitbraken van het hardnekkige virus ToBRFV met als gevolg forse inspanningen en kosten om het virus te bestrijden en buiten de serres te houden.

ToBRFV werd pas in 2014 voor het eerst gesignaleerd in Israël en Jordanië en sindsdien werd het verspreid over de hele wereld aangetroffen. Eind 2018 werd het virus voor het eerst in de EU gedetecteerd met ondertussen meer dan 200 gerapporteerde uitbraken. Daarvan werd een groot deel vastgesteld in de belangrijke tomaten-producerende landen zoals Italië, Spanje, Nederland, Griekenland en ook in België.  

Dit virus, dat ook voorkomt op paprika en pepers, is zeer persistent en is gemakkelijk overdraagbaar via contact. Het is dus zeer besmettelijk en kan via zaad, jonge planten en vruchten over grote afstanden worden verspreid. Het kan aanzienlijke schade aanrichten in de productie, maar er is geen gevaar voor de volksgezondheid.

Sinds 2019 zijn er binnen de EU noodmaatregelen tegen het virus van kracht waarmee aan besmette telers strikte regels worden opgelegd om verdere verspreiding van het virus tegen te gaan. Er geldt ook een meldingsplicht bij elke verdenking of vaststelling en er is een verplichte monitoring van het grondgebied om de omvang van de verspreiding te bepalen. Ook het vervoer en de import van plantgoed en zaden zijn gereglementeerd.

Ondertussen wordt door zaaizaadbedrijven sterk ingezet op het zoeken naar resistente rassen. Sommige experimenteerden met een plantenvaccin. Via deze techniek van kruisbescherming worden planten met opzet besmet met een zwakke virusvariant, die geen of weinig symptomen geeft, waarna een plant zich wapent tegen nieuwe besmettingen van andere, ook meer schadelijke varianten. Voordat zo’n vaccin in praktijk gebruikt mag worden, moet er eerst aangetoond worden dat het veilig kan gebruikt worden en dat het werkzaam is. Vaccins vallen daarom onder de regelgeving van gewasbeschermingsmiddelen en moeten officieel toegelaten worden. In Nederland, en in 2022 ook in België, zijn gerechtelijke acties en arrestaties uitgevoerd in samenwerking met respectievelijk de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit (NVWA) en het FAVV omwille van verdenkingen van het gebruik van een illegaal vaccin. De zogenaamde zwakke variant in dit vaccin, bleek nadien toch niet zo onschuldig te zijn, gaf toch symptomen en heeft zich achteraf ook verder verspreid.

De strikte maatregelen, zoals het veilig verwijderen van alle planten bij de teeltwissel en grondige reiniging en ontsmetting van materialen en ruimtes, hebben ertoe geleid dat in 2022 het virus werd uitgeroeid bij enkele van de in 2021 besmette telers en hun serres opnieuw vrij verklaard werden na intensieve bemonstering door het FAVV. Ondanks de strikte maatregelen overtrof het aantal nieuwe besmettingen het aantal vrijverklaringen en ging het aantal besmette serres in stijgende lijn.

In februari 2022 werd door de Europese Commissie via de directie Health and Food Audits and Analysis (HFAA) van DG Sante een audit uitgevoerd in België om de situatie en de toegepaste maatregelen voor de bestrijding van ToBRFV te evalueren. Het auditteam heeft hierbij vastgesteld dat België een geschikt controlesysteem in voege heeft voor het bestrijden van ToBRFV. Dit bevestigt dat het FAVV het nodige doet om de verspreiding van ToBRFV tegen te gaan.
   
Onze missie is ervoor zorgen dat alle actoren van de keten aan de consument en aan elkaar een optimale zekerheid geven dat levensmiddelen, dieren, planten en producten die ze consumeren, houden of gebruiken, betrouwbaar, veilig en beschermd zijn, nu en in de toekomst.

ONZE SITES : - FAVV Professionelen
- FAVV Consumenten
- De smiley
- Wetenschappelijk Comité
- Foodweb
CONTACT :
- De woordvoerders
- Lokale controle-eenheden (LCE)
- Interne en externe laboratoria
- Het meldpunt voor de consument
- De ombudsdienst voor de operatoren